Van een ‘klotendag’ naar ‘heel erg opgelucht’; de ene dag bij het shorttrack is de andere niet. Baalde De Laat zaterdag nog van een penalty op de 1500 meter en een vroege uitschakeling op het kortste onderdeel, nog geen 24 uur later stond de vlag er heel anders bij. “Vanochtend voelde ik de druk. Om zes uur kon ik de slaap niet meer vatten. Ik stond gelijk op, anders zou ik nog een uur lang liggen te malen. Maar het is een van mijn krachten om op zo’n moment te presteren. De zenuwen overstijgen bij mij nooit een niveau waarop ik niet meer kan presteren.”
Ook deze zondagochtend liet De Laat zich niet gek maken en haalde hij de A-finale van de 1000 meter. Mocht hij de bevestiging krijgen dat hij meedoet aan de eerste twee World Tours, kan hij zich in de kijker gaan rijden voor de olympische relayploeg. “Dat is mijn doel. Twee keer is het niet gelukt om op dat onderdeel het podium te halen. Het zou de ultieme afsluiting en de kroon op mijn shorttrackcarrière zijn om eindelijk een relaymedaille te halen. Op die manier afsluiten zou een droom zijn.”
Voor de definitieve selectie moeten we wachten op het oordeel van de KNSB, maar de contouren van het team dat naar Montréal gaat zijn deze dagen duidelijk geworden. Jens van ’t Wout (ongeslagen), Melle van ’t Wout, Daan Kos, Teun Boer en Kay Huisman lijken genoeg punten bijeen gesprokkeld te hebben voor de eerste twee World Tours. De drie overige mannen, Bram Steenaart, Itzhak de Laat en Friso Emons, stonden in het klassement nagenoeg gelijk voor de slotdag. Omdat Itzhak de Laat als enige de kwartfinales overleefde en het later ook schopte tot de finales, is hij de zesde man in de ranking. Echter, de zesde rijder wordt aangewezen door de selectiecommissie, waardoor het trio nog moet wachten op het officiële verdict.
Xandra Velzeboer, Michelle Velzeboer, Diede van Oorschot en Bibi Arts hebben de afgelopen twee weekenden genoeg punten verzameld voor een plek bij de eerste vier. Selma Poutsma (ziek) en Zoë Deltrap (lichte hersenschudding) ontbraken tijdens de Dutch Open Shorttrack. De selectiecommissie buigt zich er deze week over of zij desondanks toch naar Canada gestuurd worden.
Bram Steenaart vond zich, zoals wel vaker de afgelopen jaren, terug op de zevende plaats. Omdat hij zich deze zomer in de trainingen heeft laten zien op de relays, houdt hij nog hoop toch geselecteerd te worden, “maar ik ga er niet vanuit”, vertelt Steenaart. “Mijn grootste frustratie van dit weekend is dat ik niet alles eruit heb kunnen halen. In de trainingen rijd ik record na record, technisch ben ik sterk en mijn tempo’s lopen heel goed. Alleen ben ik op deze wedstrijden geen schim van mezelf en dat kost me veel punten tijdens zo’n kwalificatiereeks. Ik baal van het niveauverschil tussen mijn trainingen en wedstrijden. Op de momenten dat het er echt toe doet, gooi ik mijn techniek overboord, waardoor ik mijn efficiëntie verlies, geen snelheid meer maak en mezelf opblaas. Dat kun je je niet veroorloven op dit niveau.”
Steenaart heeft de afgelopen maanden met coaches Niels Kerstholt en met Haralds Silovs aan zijn techniek gesleuteld. “Als je nieuwe dingen leert, begint dat op lage snelheid in trainingen. Op een gegeven moment heb je dat onder controle en zoek je een hogere snelheid op. Ook dat ging de laatste weken heel goed. Maar om het dan in een wedstrijd te kunnen… De training is een gecontroleerde omgeving, waar niet zoveel om je heen gebeurt. Dan heb je alle tijd om aan je techniek te werken. Mijn technische verbeterpunten zijn alleen nog niet zo’n automatisme dat ik het zo een, twee, drie kan vasthouden in de wedstrijden.”
De laatste rit van Friso Emons op zondag was typerend voor zijn zes dagen aan selectiewedstrijden. Hij stopte veel energie in zijn inhaalacties, bungelde desondanks achteraan de groep en viel uiteindelijk. De 26-jarige Brabander begon vorige week vrijdag vol goede moed. Hij was sneller dan ooit in de tijdritten. In de reguliere races kon hij het daarentegen niet waarmaken. “Ik heb ondermaats gepresteerd. Ik deed gisteren wel mee aan de A-finale van de 1500 meter, maar ook daar presteerde ik niet goed. Als ik internationaal het podium kan halen, moet ik dat hier ook kunnen.”
“Bij mij gaan de selectiewedstrijden nooit heel goed”, vervolgt Emons. “De afgelopen jaren plaatste ik me vaak op het laatste moment, waarna ik in de World Tours wel ontzettend goed rijd.” Kan hij de vinger op de zere plek leggen? “Ik was zeker fit, daar lag het niet aan. Ook het schaatsen ging goed. Maar zulke wedstrijden zijn lastig. Voor mijn gevoel heb je hier niet zoveel te winnen, alleen te verliezen. Dat brengt een andere dimensie met zich mee. Wij doen mee aan een toernooi met buitenlanders, maar daarbinnen hebben we een strijd met Nederlanders. Iedereen kent elkaars zwakke en sterke punten en acteert daarop. Ik ben iets te veel bezig geweest met de positionering van mezelf en mijn concurrenten, met de randzaken rond de races. Het zat toch te veel tussen de oren.”
De thuisblijvers moeten de komende weken hard aan de bak in de trainingen en hopen dat hun concullega’s steken laten vallen in Canada om nog uitzicht te houden op de derde en vierde World Tour en zich daar in de kijker te rijden voor de olympische ploeg.