De feiten: stayer Merel Conijn meldde zich zaterdagavond in Utrecht, maar formeel als eenmansploeg van TeamNL. Ze kon in een blauw-oranje pak nog wel wat extra kilometers gebruiken ter voorbereiding op het Daikin NK Afstanden van volgende week. Ze had toestemming gekregen van de wedstrijdleiding, op de nadrukkelijke voorwaarde dat ze in geen geval haar diensten in de wedstrijd mocht aanbieden aan de vier meiden van Zaanlander, Marijke Groenewoud, Bente Kerkhoff, Elisa Dul en Maaike Verweij.

Het wedstrijdverloop: “En dat is ook niet gebeurd”, beweerde Conijn naderhand, toen na de tachtig rondjes haar rol tijdens de finale van de levendige race toch even onder een vergrootglas kwam te liggen. Ze leek zich van geen kwaad bewust. “Er is geen contact geweest in de wedstrijd. Sterker nog, toen de teambespreking voor de race werd gehouden, mocht ik daar niet bij zijn. En ik heb ook niet een keer aanwijzingen vanaf de kant van Jillert (Anema, ploegleider van Zaanlander, red.) gehad. Alles is eerlijk verlopen. Ik heb het alleen voor mezelf stom gedaan, door in de finale te lang te wachten. Sprinten tegen Marijke is natuurlijk niets voor mij..”

Maar toch: het schouwspel zag er in de slotfase heel bijzonder uit. Met nog een ronde of vijf op het bord was een kwartet ontsnapt, en dat groepje werkte kennelijk als een rode lap op een stier bij Conijn. Ze versnelde uit de groep van acht overgebleven schaatsers, dichtte in een mum van tijd het gat, maar nam zo ook de resterende vrouwen mee in haar kielzog. Haar kansen op de overwinning of een podiumplaats waren zo wel verkeken. Je zou het ook anders kunnen uitleggen: Groenewoud kon als het ware de rode loper betreden richting eindsprint. Het idee dat Conijn niet helemaal als een neutrale pion in het spel rondreed, versterkte ze zelf door vervolgens met haar de laatste krachten de aanloop in te leiden naar de eindsprint. Die, zoals ze verklaarde, nooit had kunnen winnen.

Marijke Groenewoud
Marijke Groenewoud op herhaling: Na de marathon van Amsterdam zegeviert ze ook in Utrecht. | Foto: Neeke Smit

Casper Helling, de ploegleider van Port of Amsterdam die in afwachting van de Topdivisie-mannen als volledig neutrale toeschouwer stond te kijken, kon zijn ogen niet geloven. Hij bedacht zich niet, beende onmiddellijk naar de jury en sprak zijn afschuw uit over de voorstelling. “Pure competitievervalsing. Gaan jullie hier nog iets aan doen? Dit is een rode kaart. Als we op deze manier marathons blijven schaatsen, dan hoef ik nooit meer een race te zien”, liet hij de scheidrechters weten.

Esther Kiel (Puur ICT-BTZ), in de sprint door Groenewoud naar plek twee verwezen, besloot haar onvrede in veel mildere woorden te verpakken. “Ach, ik wist van tevoren dat dit zou gebeuren. Eerder in de wedstrijd viel het me op dat Merel juist wel voor zichzelf reed. Het is niet leuk, maar wat kun je ertegen doen? Natuurlijk wordt er in zo’n situatie altijd gedaan alsof er niets aan de hand is.”

Winnaar Groenewoud lachte logischerwijs alle commotie weg. De Friezin had langs de baan hier en daar ook wat kritische opmerkingen opgevangen. “Begrijpelijk dat mensen er wat van vinden. Zo gaat het altijd. Het was misschien niet zo handig van Merel in de slotronde, maar ik vond het niet erg hoor, want ze trok de sprint op deze manier mooi aan voor me.”

Daar was geen woord van gelogen. Conijn deed het niet voor een ander, hield ze vol; ze wilde zelf graag kort eindigen. De vierde plaats werd haar deel. “Daar ben ik blij mee, want ik ben nog nooit zo kort geëindigd.”

De uitslag is hier te vinden