Met alle informatie waar we tegenwoordig over beschikken is het zonde om overtraind te raken. Een sportcarrière is tenslotte niet van eeuwige duur. We kennen de verhalen van schaatsers die overtraind zijn geraakt en pas jaren later al dan niet weer terugkomen op hun eigenlijke niveau. Maar wat is overtraindheid eigenlijk?

Volgens Gee van Enst, al jaren sportarts van de ploeg van Jac Orie, is overtraindheid een vage toestand waar een sporter in belandt. "Overtraindheid is niet te meten. Het is geen scherpe ziekte die duidelijk uit het bloed te halen is. Je kunt het niet meten of bekijken met een ECG onderzoek. Eigenlijk is het een moment waarbij de sporter het allemaal niet meer trekt."

Burn-out
Overtraindheid is volgens Van Enst te vergelijken met een burn-out, zoals we deze wel zien bij mensen op de werkvloer. Fysieke en psychische componenten zijn verstoord, waardoor het lijf in een vermoeide toestand komt.

Oud-schaatsster Paulien van Deutekom kent de vermoeide toestand van overtraining als geen ander. Geheel vermoeid vertrekt de dan nog kersverse wereldkampioene in 2008 naar Inzell voor een laatste trainingskamp voordat het seizoen gaat beginnen. Rustig aan doen is op dat moment de remedie. En dat werkt, even.

"Nadat ik volledig rust had genomen met het oog op de NK Afstanden, kwam mijn vorm terug. Ik behaalde een Nederlandse titel en reed super. Nog geen week later kon ik om alles wel huilen. Het continue gevoel van moeheid en verdriet was een teken dat ik eigenlijk al te ver heen was."

Oorzaak
De oorzaak van overtraindheid ligt bij verschillende factoren. Fysiek kan er teveel omvang getraind worden met daarbij te weinig rust, waardoor het lichaam niet meer herstelt. Ook kan ziekte een rol spelen. Niet genoeg herstellen van een griep of spierblessure kan bijdragen aan overtraindheid. Bij Van Deutekom speelden indertijd verschillende factoren een rol.

"Nadat ik wereldkampioen was geworden, had ik een gevoel van onoverwinnelijkheid. Ik kon de hele wereld aan en dacht; ik kan winnen, dus nu doe ik een stapje erbij. Nog beter, nog intensiever, nog meer mijn grenzen opzoeken. Die gedrevenheid die me de wereldtitel gebracht had, werd eigenlijk mijn valkuil."

Moeheid was voor de toenmalig TVM-rijdster geen graadmeter meer. Schreef het schema twee intensieve trainingen voor, dan deed Van Deutekom die zonder wikken of wegen. "Ik was blind voor moeheid en verloor zo mijn ontspannenheid in trainingen."

Dat de voormalig wereldkampioen allround overtraind zou zijn geraakt van veel meer trainen dan het schema voorschreef, wijst ze stellig van de baan. "Wat er op het schema stond, deed ik. Moe of niet moe, ik hield me eraan. Ik heb altijd het volste vertrouwen in mijn trainers gehad. Uiteindelijk is daar iets mis gegaan. Ik was afhankelijk geworden van mijn schema en niet vice versa."

Op sociaal gebied veranderde er in die tijd veel voor de schaatsster uit Gouda. Een verhuizing naar het hoge noorden en een volledige stop van haar studie, alles in het belang van het schaatsen. "Ik was gewend om naast mijn sport leuke dingen te doen met mijn familie of vrienden in de buurt van Gouda. Het eerste jaar deed ik dat nog, maar nadat ik overtraind raakte ben ik meer in Heerenveen gebleven, waardoor mijn leven alleen maar uit sport bestond. Mijn balans tussen de sport en mijzelf raakte verstoord. Mijn stukje ontspanning verdween. Een stukje ontspanning die ik eigenlijk nodig bleek te hebben."

Verantwoordelijkheid
Volgens Van Enst komt overtraindheid niet met een dag. Daar gaat een hele periode aan vooraf. Daarin is een sporter verantwoordelijk voor zijn eigen doen en laten. Toch vindt de schaatsarts dat een trainer daarin ook zeker zijn verantwoordelijkheid moet kennen.

"Als trainer moet je doorhebben dat iemand de verkeerde richting op gaat. Vaak is de sporter veel moe en gaan de trainingen achteruit. Op het moment dat je te laat bent met ingrijpen, kost het de sporter maanden van herstel en dat is verschrikkelijk zonde."

Van Deutekom denkt dat haar toenmalige begeleiding haar eerder had kunnen remmen. "Mijn moeheid werd te laat gezien door de begeleiding en mijn trainer Gerard Kemkers. Ik geloof dat daarin wel fouten zijn gemaakt. Aan de andere kant heb ik het zelf ook niet tijdig herkend. De wisselwerking tussen mij en mijn trainer was daarin niet goed genoeg."

"Als ik nu terugkijk kon je het halen uit mijn gedrag. Ik werd agressiever en feller, perfect om explosiever te worden, althans zo lijkt het. Eigenlijk was het gewenst gedrag en werd het niet gesignaleerd als veranderingen in gedrag, terwijl het gedrag totaal niet bij me paste. Daarbij ging ik niet veel later mijzelf terugtrekken van de ploeg en was ik ook niet meer goed toegankelijk en erg ongezellig, niks voor mij."

Van Enst beaamt de verandering bij sporters bij overtraindheid. "Als begeleider van topsporters is waarnemen heel belangrijk. Goed kijken hoe een persoon reageert in bepaalde situaties. Ik ga zelf regelmatig een paar dagen met de schaatsers mee en kijk dan goed naar de personen. Hoe gezellig zijn ze, hoe kijken ze uit hun ogen. Moeheid en gedragsverandering in de sporter kun je waarnemen."

Angst
Van Deutekom verruilde TVM voor de ploeg van Jac Orie. Hij geloofde nog in de kracht van de schaatsster en wilde haar weer terug brengen naar haar oude niveau. "De overstap naar Jac zorgde ervoor dat ik erachter kwam dat ik heel ver heen ben geweest. Fysiek, maar ook psychisch. Ik had gewoonweg psychische klachten."

Door Orie kwam Van Deutekom er achter dat er nog angst in haar lijf zat. "Tijdens een test zag Jac me voor de zoveelste keer niet het uiterste uit mezelf halen. Hij werd boos en sprak zijn twijfels uit over mijn motivatie. Die botsing deed mij inzien dat ik niet meer diep durfde te gaan uit pure angst voor overtraindheid. Ik heb mezelf toen van een hele andere kant leren kennen."

Die wetenschap bracht rust met zich mee en Van Deutekom ging weer beter schaatsen. Uiteindelijk bleek het gebrek aan de echte wil om de beste te zijn, de druppel om de schaatssport definitief de rug toe te keren.

Ondanks alle wetenschap en testtechnieken zijn er nog steeds sporters overtraind raken. Zonde, vindt Van Enst. "Onder mijn hoede zal geen schaatser overtraind raken. Het is niet nodig. Door waarnemen, fietstesten en bloedonderzoeken kan ik de schaatsers nauwlettend in de gaten houden. Mijn wisselwerking met de begeleiding is zo goed, dat we op elk moment aan de rem kunnen trekken en zo bij elke sporter de prikkels individueel kunnen doseren. Trainen tot je er bij neervalt mag, zolang er daarna maar genoeg rust is ingebouwd."

Zelfreflectie
Van Deutekom, die na het schaatsen pedagogiek is gaan studeren, herkent en begrijpt inmiddels hoe de overtraining is ontstaan en hoe het voorkomen had kunnen worden.

"Een topsportontwikkeling moet niet alleen gericht zijn op sportspecifieke taken, maar ook op de gehele ontwikkeling. Ik denk dat het daarbij belangrijk is dat jonge sporters een stukje bewustwording van zichzelf krijgen. Zelfreflectie is een vaardigheid die geleerd kan worden en ingezet kan worden om zelfstandigheid te verhogen en te behouden bij sporters."

"Daarnaast moet de omgeving de ruimte bieden voor die zelfstandigheid en zich bewust zijn van de risico's voor overtraining en veranderingen in het gedrag om in een vroeg stadium bij te kunnen sturen. Je ontwikkelt hiermee duurzame topsporters die het maximale uit de sportcarrières kunnen halen."

Meer tips lezen? Je vindt ze op schaatsen.nl/tips.