Disciplinemanager Marcel Scheperkamp van de KNSB is blij dat de jury vanaf dit seizoen vertrouwder kan raken met het gebruik van het videosysteem. Een highspeedcamera op de finish, die ook bij het marathonschaatsen gebruikt wordt, zal bij alle landelijke wedstrijden worden ingezet. Daarnaast heeft de jury bij enkele wedstrijden een vollediger systeem zoals gebruikelijk in het shorttrack tot haar beschikking. Bijkomend voordeel is dat juryleden bij beide disciplines ingezet kunnen worden.

"Het is een kwestie van tijd, geld en een intensievere samenwerking met het marathonschaatsen en het shorttrack", vertelt Scheperkamp. "Na het afgelopen seizoen is er teruggeblikt op het functioneren van de jury. Punt is dat we professioneler moeten worden. Er is al vaker over een videosysteem gesproken en andere systemen zijn al geprobeerd, het is alleen nog nooit geactiveerd. Dat komt ook omdat de snelheid van terugkijken heel belangrijk is. Als je het niet goed voor elkaar krijgt om direct dingen terug te kijken, werkt het niet."

De invoering van het videosysteem moet het inlineskaten een stap vooruit helpen in de professionalisering van de sport. Afgelopen seizoen ontstonden regelmatig discussies tussen jury, ouders, coaches en sporters. "Het is goed als er extra jury bijkomt of de hulp van videobeelden ingeschakeld wordt. Dan hoef je ook niet in discussie", vertelt atletenvertegenwoordiger Rémon Kwant. "Volgens mij is het afgelopen seizoen intern goed nabesproken en het is goed dat men openstaat voor verbetering. Met scherpe regels en videobeelden kan het inlineskaten hopelijk net zo strak georganiseerd worden als het shorttrack."

Foto: Neeke Smit

De vergelijking tussen shorttrack en inlineskaten is een terugkerend verschijnsel als het gaat om de verbeterpunten bij het inlineskaten. Waar men zich bij het shorttrack aan een strak tijdschema houdt, loopt het dagschema in het inlineskaten soms flink uit, terwijl een andere keer de wedstrijd uren eerder af is. Ook op dat gebied hoopt Scheperkamp de komende jaren weer stappen te kunnen zetten. Met digitale middelen zoals apps kunnen rijders al in een eerder stadium op de hoogte zijn van belangrijke informatie en kunnen jury en scheidsrechters een strakker schema plannen.

Junioren
Een andere kwestie die vorig jaar voor veel rumoer zorgde onder de inlineskaters was het gecombineerde NK voor junioren en senioren. De junioren reden hun NK Baan/Weg voor het eerst samen met de senioren. Voor de junioren waren er klassementstitels voor de sprint en de lange afstanden, de nummers twee en drie werden niet gehuldigd.

De uitslag van de enquête gaf een duidelijke richting voor de komende seizoenen. Kwant: "Er was vooral commentaar op de prijzen. Er was eigenlijk niemand die vond dat het goed was zo. Het is belangrijk om mensen te blijven motiveren voor het skeeleren. Daar moeten plezier en prijzen tegenover staan." Toch is het samenvoegen van de twee categorieën op het NK niet direct afgeschreven. "In veel andere landen rijden de oudste junioren ook met de senioren en daar is het niveau heel breed. Uiteindelijk wil je ook in Nederland een niveauverbetering zodat we internationaal medailles kunnen halen."

Foto: Neeke Smit

Scheperkamp deelt de analyse van Kwant. "We luisteren zeker naar de feedback van de sporters, maar ik blijf bij het feit dat junioren beter worden als ze met senioren rijden. Daar hoort ook een NK bij. Wel gaan de klassementen weg en komen er prijzen per onderdeel. Ons grootste doel blijft om straks op het EK en WK te presteren. Daar hebben we een competitie met junioren en senioren voor nodig."

Competitie
Hoe het vervolg van het inlineseizoen er exact uit gaat zien, is nog niet bekend. Veel hangt af van het verdere verloop van de coronapandemie en de maatregelen om die te beteugelen. In de periode van april tot en met juni staan nu diverse wedstrijden voor topsporters gepland, maar Scheperkamp blijft ook optimistisch over een NK en landelijke wedstrijden voor de jeugd. Bij die wedstrijden moet ook de aflossing, die vorig jaar een succesvolle rentree maakte op het NK, weer op het programma komen te staan.

Ook een ander experiment wil hij nieuw leven inblazen: een A- en B-peloton voor de junioren A en senioren. Het concept wordt in veel wedstrijden in de Europa Cup al met succes toegepast en Scheperkamp denkt dat het in Nederland ook kan werken. Kwant ziet echter ook nog wat haken en ogen aan het plan. "Een voordeel is dat je wedstrijden hebt op gelijk niveau. Als je een mindere skeeleraar bent, hoef je niet tegen de besten en heeft iedereen een leuke wedstrijd. Het probleem is alleen dat er niet genoeg mensen zijn. Je wilt geen twee groepen van vijftien."

Foto: Neeke Smit

Ondanks de huidige coronabeperkingen kijkt Scheperkamp met vertrouwen uit naar de komende wedstrijden. "We hebben lering getrokken uit het vorig seizoen en doen weer een aantal aanpassingen voor dit jaar. Het moet allemaal sneller en professioneler en je kunt ook niet alles in een keer goed doen. Maar het klopt dat in vergelijking met langebaan en shorttrack we er qua ontwikkelingen wat achteraan lopen. We zijn in ieder geval druk met de finetuning om nog dit seizoen dingen beter te maken."