Vooral van het jongensteam, met Itzhak de Laat, Mark Prinsen, Dennis Visser en Dylan Hoogerwerf, had Versteeg meer verwacht. Zeker na het sterke optreden van het viertal vrijdag in beide voorrondes. Zaterdag wist de ploeg zich, in een sterke bezette halve finale met de teams van Zuid-Korea, Japan en Rusland, niet te plaatsen voor de eindstrijd. Het team kwam wel tot een verbetering van het Nederlandse juniorenrecord

"Ze hebben het laten liggen. Als je zag hoe ze vrijdag schaatsten, dan had er meer ingezeten. Nu werden ze los gereden, dat was niet nodig", aldus Versteeg. "Als je in training een tijd van 4.08 kan rijden, dan moet je in een wedstrijdsituatie mee kunnen strijden."

Individueel zorgde De Laat met de veertiende plaats voor de beste Nederlandse klassering. Bij de meisjes werd de pas vijftienjarige Suzanne Schulting achttiende. "We gingen voor de relay. We wisten van tevoren dat we in het individuele toernooi nog niks te zoeken hebben", stelde Versteeg.

In Warschau had de voormalig Nederlands kampioen drie jonge meisjes onder zijn hoede. Schulting en Aafke Soet hebben nog vier jaar bij de junioren en ook Roza Kooystra is nog B-juniore. "Je ziet dat ze nog wat ervaring missen. Ze hebben de snelheid wel, maar dan moet je ook nog passeren. Over twee jaar kunnen ze echt mee gaan doen om een de medailles."

Het niveau bij de jongens was hoog, vond Versteeg. "Maar ik schrik er niet van. Het is overbrugbaar." Net zoals de afgelopen twaalf jaar domineerde Zuid-Korea het toernooi, door vier keer goud te pakken. "Wil je heel jong kinderen al heel hard laten trainen, dat is de vraag. De meeste Koreanen zie je nooit meer terug", aldus Versteeg, die weet dat in eigen land pas op wat oudere leeftijd wordt begonnen met hard trainen.

"Kijk naar Niels (Kerstholt, red.), die maakt op zijn negenentwintigste nog steeds stappen. Dat past beter bij Nederland. Een rijder die lang mee kan en nog steeds kan groeien."

Een goede structuur bij de clubs en gewesten vind Versteeg essentieel om in de toekomst mee te kunnen doen om de prijzen bij het jeugd WK. Dan mikt de coach van de nationale jeugdploeg vooral op A-junioren. 

"Er is nu één regionaal trainingscentrum in Dordrecht. Dat moeten er meer worden. Schaatsers kunnen daar al iedere dag trainen, waardoor er een betere doorstroming komt naar Jong Oranje. Nu heb ik een aantal jeugdige schaatsers in de ploeg waarmee we zelf die opbouw moeten maken."