Hij is zo’n marathonrijder van de oude stempel: zonder omhaal van woorden doet hij gewoon wat er moet gebeuren. En dat voert hij uit met veel plezier, met liefde voor de sport. Timo Verkaaik is een rijder die je niet zo snel op het podium zult zien, maar hij is in de koers altijd nadrukkelijk aanwezig. Sleurend op kop, in de ontsnapping of voorin de sprinttrein om zijn ploeggenoten naar de finale te loodsen.
Goed zichtbaar
'Stabiel en steady', noemt hij het huidige seizoen. “Ik heb een paar rondjes gepakt al. Het is altijd mooi om in de kopgroep mee rond te gaan. Ik rij stabiel tussen plek tien en zestien, maar, nog geen uitschieter helaas, dat is wel jammer. Maar het is degelijk”, zegt hij bescheiden. Het is een kleine ploeg, waar Verkaaik in zijn dertiende marathonseizoen voor rijdt, tussen de machtige formaties van Royal A-Ware / ZiuZ, Hoolwerf Heiwerken - AB Vakwerk en Jumbo-Visma. Desondanks is de ploeg goed zichtbaar. In de sprints, met Tom den Heijer en Christiaan Hoekstra, maar ook in de aanval. “We doen het met elkaar. Met Niels Overvoorde, met Christiaan en Tom, heel onze ploeg doet mee. Wabe de Rooij is helaas geblesseerd. We hebben graag dingen voor elkaar over. We willen wel méédoen in de koers."
Mooi om mee rond te gaan
Hij geniet van harde, zware koersen. Het liefst gaat hij oldskool met een kopgroep rond. “Dan helpen de jaren wel mee. In taaiheid. Zo’n wedstrijd in Heerenveen, waar Jorrit Bergsma aan meedoet, met Peter Michael en Bart Swings. Als je daarmee rondjes kunt pakken, dan is dat voor mij gewoon een topprestatie. Dat vind ik mooi, om met die gasten op dat niveau mee te doen. Op plezier. Genieten, zeker in Heerenveen met dat publiek, dat was supergaaf. Of zoals in Deventer, daar wordt wel zuur over gedaan, maar er wordt gewoon keihard gereden. Dan is het gewoon mooi om mee rond te gaan. Dat is ook echt de marathonsport waar ik van hou.”
Wedstrijden op natuurijs
De onzekerheid over het al dan niet doorgaan van wedstrijden op natuurijs vindt hij vervelend, want op het Oostenrijkse en Zweedse ijs kan hij vaak nét wat meer. “Ik vind kunstijs leuk, maar ik kijk wel uit naar natuurijs. Ik gebruik de kunstijswedstrijden om op natuurijs goed te zijn.” En met die onzekerheid in het buitenland, zou het juist des te mooier zijn als het dit jaar gewoon in eigen land kan, zeker nu het marathonschaatsen de topsportstatus heeft. “Als je Hollands Venetië hebt gereden bij Giethoorn, met dat klunen, dat zijn de allermooiste wedstrijden”, vertelt hij hartstochtelijk. “Het is er maar een paar geweest al die jaren, maar dat is wel het summum.”
Nog lang niet uitgeschaatst
Het groepje rijders dat die wedstrijden, die klassiekers nog heeft gereden, wordt steeds kleiner, vooral nadat vorig jaar een heel contingent rijders afscheid nam. “Ik ben de op-een-na oudste. Ingmar Berga is de oudste, maar ik voel me wel een stuk jonger hoor”, zegt hij lachend. Aan het einde van zijn carrière denkt hij dan ook nog niet. “Zoals het nu gaat is stoppen nog niet in m’n hoofd opgekomen. Ik ben daar tijdens het seizoen ook niet mee bezig. Ik kijk naar Zweden, of dat door kan gaan. We hebben nog een NK te rijden, daar verheug ik me op. En heel misschien komt er natuurijs in Nederland, maar dat is afwachten.” Timo Verkaaik is kortom voorlopig niet uit geschaatst, want hij vindt het spelletje nog altijd veel te leuk. “Het is gewoon machtig mooi om in die lange wedstrijden te koersen. Dat voelt echt geweldig.”