Na de drie weken vol ijsuren in Thialf vertrok Team Reggeborgh vorige week naar Inzell. De ploeg wil op dit punt in de zomer zoveel mogelijk schaatsen. Wereldkampioene Femke Kok is blij met het uitstapje, want zo komt ze even uit de schaatsbubbel van Heerenveen.
Veel schaatsers kennen inmiddels alle fietsroutes en koffietentjes in de omgeving van Inzell. Elk jaar wordt het dorp in de zomer aangedaan voor trainingskampen, want alle faciliteiten zijn aanwezig voor de schaatsers: een krachthonk, fietsroutes op glooiende wegen en een ijsbaan. “En de sfeer is altijd goed”, vult Femke Kok aan. “We komen hier al zoveel jaren, dat het heel vertrouwd voelt.”
In tegenstelling tot andere jaren heeft Team Reggeborgh door het zomerijs in Thialf al geschaatst voor het vertrek naar Inzell. “Normaal is dit kamp bijzonder omdat we voor het eerst op het ijs staan, nu hebben we al in Heerenveen gereden. Het is wel even schakelen met de koudere hal en de drukte op het ijs, maar verder zijn de omstandigheden prima.”
“Ik ben blij dat we iets meer op het ijs staan”, vervolgt Kok, “want ik vind schaatsen leuker dan skeeleren. En hoe meer weken je op het ijs staat, hoe natuurlijker het voelt. Elke training haal je er weer een puntje uit dat je wilt verbeteren.”
Waar veel rijders deze weken gebruiken om hun materiaal te testen, blijft Kok trouw aan dat van haar. “Vorig jaar heb ik veel getest en ben ik op andere schoenen gaan rijden. Ik kan daar weer een paar jaar mee vooruit. Dit seizoen verander ik niks. Ik weet waar ik mee verder wil. Goed is goed.”
“Ik ben benieuwd hoe mijn vorm zal zijn met een normale aanloop. Door het gebrek aan trainingen was ik vorig jaar coördinatief wel heel goed in de wedstrijden.” Kok vergelijkt het met taperen: “Als je dan rust neemt voor een wedstrijd, word je coördinatie beter. Zo was dat voor mij ook door alle gemiste trainingen.”
Voordat de 24-jarige rijdster haar koffers pakt om naar Nederland te gaan, is er eerst tijd voor een vakantie met haar ouders. “Fijn om even te ontspannen na deze tien dagen in Inzell. Dan kan ik weer met nieuwe energie beginnen.”
