“Het leidt me niet af van mijn wedstrijdvoorbereiding. Integendeel, ik krijg er een boost van. Ik zit nu al in de wedstrijdmodus”, benadrukt Van Ruijven, die bij de bombastische ploegenvoorstelling voorgesteld werd als ‘de beste Nederlandse rijdster van het moment’. “Op het NK ben ik eerste geworden, dus dat zou je kunnen zeggen”, reageert ze nuchter.
Zonder Jorien ter Mors en met Yara van Kerkhof die terugkomt van een blessure is Van Ruijven (22) ineens vaandeldraagster van de damesploeg. Veel druk ervaart ze er niet door. “Het maakt niet veel uit.”
Ze geniet wel van de terugkeer naar Dordrecht. In 2012 was ze er ook bij toen de World Cup in dezelfde stad verreden werd. “Dat was supergaaf. Ik weet nog dat ik bij een training als enige Nederlandse op het ijs was en er allemaal kinderen op de tribune zaten te juichen omdat ze mij in mijn oranje tenue zagen.”
Zelf had ze het niveau toen nog niet om echt mee te strijden, maar ze zag het effect van het rijden voor thuispubliek bij haar ploeggenoten. “Je zag iedereen boven zichzelf uitstijgen.”
Dat effect zou weer kunnen plaatsvinden, maar Van Ruijven blijft realistisch over haar kansen op het EK, een Nederlandse titel heeft daar weinig aan veranderd. “Op het NK ging ik sowieso voor de titel en dat het lukte heeft me vertrouwen gegeven, maar nog niet elke rit liep zoals ik wilde.”
Bovendien is het Europees kampioenschap een paar trapjes hoger wat niveau betreft, weet ze. “Ik kan de World Cups als ijkpunten nemen. Daar hik ik steeds tegen de halve finales aan. Daar moet ik nu zeker zien te komen.”
Die ruimte ligt er volgens Van Ruijven wel. “Er zijn twee topfavorieten: Arianna Fontana en Elise Christie, daarachter zit een grote groep anderen, waar ik ook bij hoor”, legt ze uit. Ook finales behoren daardoor tot de mogelijkheden, denkt ze. “Ik ken iedereen en weet op wie ik moet letten.”
Omdat het EK zich tussen het NK en de World Cups bevindt wat het niveau van de competitie betreft, is het lastig om op resultaat te mikken. “Daar ben ik dus ook niet op gericht. Ik wil goede races rijden.”
Daarbij heeft Van Ruijven een aantal belangrijke lessen geleerd in de afgelopen wereldbekerwedstrijden. “Ik moet ontspanning in mijn slag zoeken én goed om me heen kijken.”
Ze heeft namelijk de neiging om altijd haar bochten zo krap mogelijk te rijden. Op die manier voorkomt ze dat de rijdsters achter haar onderdoor kunnen komen. Het kost echter ook veel kracht. “En soms is het helemaal niet nodig omdat niemand van plan is om me in te halen.” Daarom is het kijken zo van belang.
Anders dan bij de vorige kampioenschappen mikt Van Ruijven nu met name op het individuele programma, want de relayploeg is dit seizoen nog niet veel in actie gekomen. “Dat is echt anders dan voorheen. Vorig jaar kwam ik echt voor de relay. Nu kijk ik vooral uit naar de 500 en 1000 meter”, zegt ze, “en als het helemaal vol zit.”