Eind augustus kon ze tijdens een fietstraining niet meer uitwijken voor een remmende auto en brak ze haar sleutelbeen. In eerste instantie maakte ze zich weinig zorgen. “Met een breuk is het zes weken rust en dan is het klaar, dacht ik”, aldus Van Kerkhof, die vorig jaar het hele eerste deel van het seizoen moest missen door een rugblessure.
Toch kwam ook nu de seizoensopener in gevaar. Vlak voor de start van de Invitation Cup ging ze in de training bijna onderuit. Ze kon zich nog net herstellen, maar maakte daarbij een belastende beweging met haar geblesseerde schouder. “Ik hoorde het kraken en had veel pijn. Ik heb het echt even beschadigd”, vertelt Van Kerkhof. “Dat was zes weken na de breuk. Als zoiets gebeurt, weet je niet meer of je je lichaam nog kan vertrouwen. Groeit het allemaal wel goed aan? Ik werd teruggezet.”
Ondanks die tegenslag voelt Van Kerkhof zich weer in orde. Tijdens het trainingskamp in Calgary, waar de ploeg voor de wereldbeker in Montreal neerstreek, liep het schaatsen makkelijk. “Op dat snelle ijs schaats je zo makkelijk. Je rijdt drietiende van een seconde harder dan in Leeuwarden en kan blijven gaan. Ik heb niet vaak zulke lekkere rondjes gereden.”
Alleen wedstrijdritme is een gemis. Maar op trainingswedstrijden en bij de Invitation Cup is het niveau toch anders, zo nuanceert Van Kerkhof. “Ik ben niet meer bang om te vallen. Niet meer bang dat het mis kan gaan met mijn schouder. Ik kan nu zonder belemmering racen.”
Haar favoriete 500 meter laat ze in Montreal nog even lopen. “Ik ben nog wat minder fel en heb deze week pas voor het eerst gestart.” Maar de schaatsmijl past wel in haar seizoensopbouw. “In het olympisch seizoen wil je uitblinken op één afstand. Nu wil ik een beetje verbreden. Ik kan ook een goede 1500 meter schaatsen en die is bij een allroundtoernooi belangrijk.”
Dit seizoen mikt Van Kerkhof op een individuele medaille bij de Europese kampioenschappen, want die mist nog altijd op haar erelijst, en op WK-finales. Automatisch worden finales bij wereldbekers dan ook een doel, stelt ze. “Je hebt finales nodig om een EK-medaille te pakken. Het moet niet een ‘lucky shot’ zijn. Die ervaring heb je nodig.”
Op het nummer waarop Van Kerkhof groot werd en waarop ze al vier keer Europees kampioen werd, wisten de oranjevrouwen zich vorig seizoen niet te kwalificeren voor het WK. Jorien ter Mors zat een jaar aan de kant wegens overtraining en zelf miste Van Kerkhof ook vier wereldbekers. Een Nederlandse ploeg stond vaak niet eens aan de start. Dit jaar wil Van Kerkhof weer op het WK staan.
In Montreal bestaat het team naast de ervaren Van Kerkhof uit Lara van Ruijven, junioreSuzanne Schulting en de 19-jarige Roza Kooystra. “De doelen liggen iets anders. Als we de top acht halen, dan hebben we het goed gedaan”, aldus Van Kerkhof, die voor plaatsing voor het WK niet afhankelijk wil zijn van Ter Mors. De olympisch kampioene zal dit seizoen weer een combinatie maken met het langebaanschaatsen en daardoor niet bij alle wereldbekers aanwezig zijn.
Als Ter Mors er volgende week in Toronto bij is, kan de ploeg punten vergaren. Maar dat is niet waar het Van Kerkhof om gaat. “Als je zie hoe goed Suzanne schaatst, dan kunnen we een medaille pakken. Daar moeten we voor gaan. Weet je hoe gaaf die relay is? Als het kan, dan wil je het ook.”