Wanneer je de schaatsers van Essent vraagt hoe vaak ze op trainingskamp zijn geweest in het Italiaanse Collalbo, moeten ze je het antwoord meestal schuldig blijven. Sanne in ’t Hof gokt op zes keer, inclusief een World Cup junioren, en Kars Jansman schat tussen de tien en vijftien keer. Merijn Scheperkamp komt al sinds zijn twaalfde in het Zuid-Tirolse dorp. “We vierden onze kerstvakantie vaak in Collalbo om te skiën en schaatsen. Mijn ouders vonden het een fijne plek.”

Hoewel Scheperkamp er al vele jaren komt, kan hij nog steeds genieten van de omgeving. “We krijgen ervoor betaald en alles is heel professioneel georganiseerd, maar een trainingskamp hier voelt als een hobby. Dit is echt een pareltje. Van elke willekeurige plek in deze omgeving kun je een schilderij maken.”

Maar vergis je niet, er wordt ook volop getraind. “Het is hard werken en veel uren maken. Als topsporter is dit een fijne omgeving, omdat alle faciliteiten uitstekend zijn: het eten, het hotel, de locatie voor het krachttrainen, de fietsroutes. Zo’n vertrouwde plek geeft rust.” In de seizoenen dat de 25-jarige schaatser met de ploeg van Jac Orie is afgereisd naar Italië heeft hij veel data opgebouwd. “We nemen elke keer een bepaalde beklimming, waarbij we bijhouden hoe hard we fietsen en met hoeveel vermogen. Zo kan ik zien hoeveel ik door de jaren heen gegroeid ben.”

Merijn Scheperkamp Collalbo
Skeeleren langs de rivier, om zo de bergen te vermijden. | Foto: Robert Prins

De sprinter behaalde afgelopen winter verschillende medailles op nationaal en internationaal niveau, die hij toeschrijft aan de verandering in zijn trainingsschema. Waar hij eerst trainde als pure sprinter, sluit hij nu vaker aan bij de middellangeafstandsrijders uit zijn ploeg. “Ik heb vroeger heel allround getraind. Daar reageerde mijn lichaam goed op, beter dan op het korte werk. Sinds ik dat vorig jaar heb opgepakt, kan ik meer trainingsarbeid aan.”

Scheperkamp legt uit: “Een 500 meter is een inspanning van 34 à 35 seconden. Vaak wordt het vergeleken met 100 meter hardlopen, maar dat klopt niet. Dat duurt slechts tien seconden. Ga maar eens een halve minuut volle bak fietsen, dan zie je hoeveel inhoud er nodig is om het vol te houden. Met die gedachtegang hebben we vorig jaar het schema aangepast. Dat heeft geresulteerd in een veel constanter niveau. Waar ik normaal inkakte aan het eind van het seizoen, bleef ik nu fris. Ik heb niet de piek behaald die ik wilde, maar ben wel stabieler geworden. Hopelijk kan ik dat komend seizoen uitbreiden met een paar momenten waarop ik boven mezelf uit kan stijgen.”

Voor de 29-jarige Kars Jansman verliep het seizoen minder voorspoedig door een blindedarmontsteking tijdens het Daikin NK Afstanden. Desondanks weet hij dat hij op zijn trainingsprogramma kan vertrouwen. “De prestaties van Chris (Huizinga) en Beau (Snellink) bewijzen dat wij een heel goed programma hebben. Het is fijn om te weten dat je daarmee tot de wereldtop kunt behoren. Ik geloof zelf ook dat ik die stap kan zetten, als ik mijn goede motor kan overbrengen op het ijs.”

In Collalbo heeft hij een mooie groep om mee te trainen, met naast Huizinga en Snellink ook Remco Stam en Freek van der Ham. “Elk jaar komen er gretige jongens bij. Die uitdaging van mijn teamgenoten heb ik nodig. Iedereen is fit. Er zijn weinig dagen waarop we gas terug hoeven nemen, maar door het hoge niveau kun je ook geen verslapping veroorloven.”

Chris Huizinga en Kars Jansman Collalbo
Jansman verscholen achter Huizinga op de skeelers. | Foto: Robert Prins

Naast de vele uurtjes op de fiets door het bergachtige gebied, werken de rijders ook verschillende skeelertrainingen af in Italië. “Chris heeft vanuit het verleden veel skeelerervaring, hij is de lat waarlangs wij ons kunnen meten. Heb ik een goede dag, kom ik aardig in zijn buurt en kunnen we samen optrekken. Op een mindere dag heb ik daar meer moeite mee. Chris is altijd goed op skeelers, de rest moet iets meer aanpoten.”

Ook de 27-jarige Sanne in ’t Hof sluit vaak aan bij de allroundmannen. Het is éen luxepositie waar ze zich in bevindt. “Er is altijd wel iemand met wie ik kan trainen. Bij de fietsritten sluit ik meestal aan bij de allrounders. Dan ben ik one of the guys, al doe ik geen kopbeurten. Soms fiets ik juist wel samen met de andere meiden of doe ik mijn treiningen alleen. Het geeft rust dat ik bij verschillende groepen kan aansluiten en dat de relatie met iedereen zo goed is.” Hoewel In ’t Hof kan genieten van het urenlang trainen in de bergen, is het in Collalbo soms ook afzien. “We hebben met meer dan dertig graden in de brandende zon gefietst, maar ook vier uur in de stromende regen gereden.”

Sanne in 't Hof Collalbo
Veel verschillende trainingsopties. Als enige allroundvrouw gaat ze ook weleens alleen op pad. | Foto: Robert Prins

In ’t Hof is begonnen aan haar tweede seizoen bij Essent, na verschillende avonturen in binnen- en buitenland. Ze heeft het gevoel dat ze eindelijk de ideale plek heeft gevonden om te presteren. “Ik heb echt mijn draai gevonden.” Hoewel ze niet altijd traint met de vrouwen, vormen ze een hechte club. Tijdens de vrije uurtjes zoeken ze elkaar veel op. “Omdat het zo warm was, hebben we veel gezwommen. Ook hebben we TikToks opgenomen, nagels gedaan en spelletjes gespeeld in de lobby. Met Meike (Veen) ben ik nog met de skilift de berg omhoog gegaan voor een koffietje. Het is gezellig en er wordt veel gelachen. Dat helpt ook bij het herstel.”