Hij kiest zijn woorden weloverwogen, Pieter-Jan van Eck. Laat pauzes vallen als hij even nadenkt voor hij zijn verhaal vervolgt, en stelt steeds vooral één ding duidelijk: Ruitenberg heeft hem niet laten barsten. "Dat wordt links en rechts wel gezegd, maar het is niet zo. Sterker, René Ruitenberg heeft alles gedaan om me te helpen. Hij stelde zelfs voor dat hij zou stoppen met schaatsen zodat ik als zesde man bij de ploeg kon blijven. Maar dat wilde ik niet", vertelt Van Eck.

Het verhaal begint eigenlijk al veel eerder, ergens halverwege de afgelopen winter. De broers Gert en René Ruitenberg hebben grote plannen. Ambitieuze plannen. Ze willen hun bestaande ploeg uitbreiden naar twéé ploegen, een topteam en een talententeam. En ze trekken alvast rijders aan. Ingmar Berga komt, Gary Hekman ook. Christijn Groeneveld, Arjen Becker en sprinttalent Simon Schouten. Verder wordt Yep Kramer aangetrokken als trainer. De acties van de broers Ruitenberg zorgen voor verbazing in het peloton, maar ook voor de nodige scepsis. Want hoe, zo vragen velen zich af, willen de Ruitenbergs dit financieren?

Precies dat blijkt nu het grootste probleem. "De plannen waren te ambitieus", erkent Van Eck. "Al hebben de Ruitenbergs ook tegenslag gehad. Ze leken goed op weg, maar uiteindelijk liep het steeds net mis. Ook met de drie Belgische jongens die erbij zouden komen, onder andere Bart Swings en Ferre Spruyt. Zij vonden uiteindelijk nog een individuele sponsor en haakten af."

Zo bleef de nieuwbakken equipe steken op zeven rijders, inclusief Pieter-Jan van Eck die afgelopen seizoen door overtraindheid amper in actie kwam. Hij wilde zich komende winter revancheren, maar dat zou niet meer gebeuren bij Ruitenberg. "Dat ik ben vertrokken, is puur eigenbelang. Wat ik in mijn situatie nodig heb, zijn rust, een ploeg en een startplaats. En de kans daarop bij Ruitenberg was klein geworden."

Van Eck wil er niets van weten dat hij uiteindelijk het kind van de rekening is geworden. "Nee, zo kun je dat zeker niet stellen. René Ruitenberg heeft aan alle kanten geholpen. Hij heeft eerst gevraagd hoe ik tegen een vertrek aankeek. Het antwoord daarop was voor mij eenvoudig, ik wilde graag weg. Bij Ruitenberg wilde ik rijden met Geert Plender en Arjen Becker, maar ik voel er niets voor te rijden met jongens als Ingmar Berga en Gary Hekman. Dat is niet goed voor me. Ik heb even nagedacht en gezegd dat ik voor een vertrek koos."

Ook daarna heeft René Ruitenberg alles in het werk gesteld om me goed onder te brengen. Daarbij was er nog even sprake van een soort stallen, maar ik wil niet als een voetballer verhuurd worden en dan na een seizoen weer terugkeren. Uiteindelijk is er contact gelegd met Wadro van Henk Angenent. Ik had vorig jaar al contact met die ploeg en was bijna rond, en daarna heb ik ook de gebeurtenissen rond Kai Reus nauw gevolgd. Zelf heb ik Angenent afgezegd om redenen die hij kon begrijpen. Ik heb dat ook heel correct gedaan, waardoor de deur nu makkelijk weer open kon."

Ruitenberg en Angenent beklonken samen de overgang van Van Eck, die zich meteen aansloot bij de ploeg. "Al met al is het buitengewoon correct opgelost door René Ruitenberg, al is het natuurlijk voor een schaatser niet ideaal halverwege de voorbereiding over te stappen naar een andere ploeg. Maar het is niet anders, ik heb me daar nu bij neergelegd."

Bij de ploeg van Angenent, waar hij rijdt aan de zijde van jongens als Martijn van Es, Peter van de Pol en Ruud Aerts, heeft Van Eck het nu al naar zijn zin. "Het is een heel warme ploeg met erg leuke jongens die het prima met elkaar kunnen hebben. Maar dat wist ik al. Ik voel me er in ieder geval heel goed bij, en ik hoop dat ik me komende winter kan laten zien zoals ik voor ogen heb. Want ik wil graag tonen dat ik echt nog wel een beetje kan schaatsen."