Hij acht zichzelf er sterk genoeg voor. Van der Wart greep bij de laatste wereldbeker in Shanghai een Olympische nominatie op de 1000 meter. Op die afstand greep hij net naast de medailles. Een actie van de Canadees Michael Gilday kostte hem het brons. Bovendien mag hij zich sinds begin dit seizoen de snelste Nederlander op de 500 meter noemen.
Zijn eerste nationale record. Daar is Van der Wart trots op. “Er was nooit iemand sneller op die afstand, dus dat is lekker om te voelen.” Toch denkt hij niet met een goed gevoel terug aan de betreffende race, die hij in Calgary bij de eerste wereldbeker op het ijs legde. “Het had wel wat sneller gemogen. Het was zo’n waardeloze rit. Ik reed voor geen meter, zat in mijn eentje een beetje te harken. Het was geen sublieme race met een mooie inhaalactie. Er zit dus nog rek in.”
Over de manier waarop hij de andere mannen er dit weekeinde op wil leggen laat Van der Wart zich niet uit. De 24-jarige shorttracker weet dat het een spannende strijd gaat worden. Zeker vijf rijders kunnen het gevecht om de podiumplaatsen aan. “Moet ik nu het geheim van de smid vertellen? Het niveau is meer naar elkaar toegeschoven. Het wordt vooral een tactisch spel. We weten allemaal van elkaar hoe de ander reageert. We trainen dag in, dag uit samen.”
En dus weet Van der Wart dat hij op zijn eigen kwaliteiten moet vertrouwen. “Ik ben iemand die niet teveel op kop moet zitten. Ik plaats een aanval. En zo valt iedereen een keer aan.” Wat hij meeneemt van het kampioenschap een jaar geleden is een waarschuwing aan zichzelf: zorg dat je niet klem zit. Op het moment suprême kon Van der Wart in één van zijn races geen kant op. “Dat is de verdienste van de andere jongens. Zij blokten toen ik wilde aanvallen. Dan wordt je vierde en daar heb je niks aan.”
Het door-en-door kennen van je ploeggenoten – en belangrijkste concurrenten op het NK - vergt een andere manier van schaatsen, vindt Van der Wart. “Bij een NK moet je altijd handelen op instinct. Natuurlijk heb je van tevoren een raceplan, maar dat kan je bijna nooit volgen. Je moet je aanpassen aan de race. Op intuïtie rijden en anticiperen.”
Voor de Zuid-Hollander staat in Amsterdam niet alleen de Nederlandse titel op het spel, maar ook een individueel startbewijs voor de Europese kampioenschappen over twee weken in het Zweedse Malmö. “Mijn hoofddoel is podium op het EK. Daar wordt het nu wel een keer tijd voor. Het net niet redden in de halve finales, dat heb ik nu wel gezien”, aldus Van der Wart, die met de mannenploeg al twee Europese titels op zijn naam heeft staan.
Voor de individuele startbewijzen zijn Knegt en Kerstholt in het bezit van een voorselectie. Zij dienen vormbehoud te tonen met een klassering bij de beste vier. Voor Van der Wart is het zaak om minimaal top drie te rijden, om voor het derde startbewijs in aanmerking te komen. “Het is nog niet gedaan. Natuurlijk is het makkelijker als je nu al zekerheid hebt, maar hier word je sterker van. Die druk van onderaf is mooi, dat is goed voor de sport.”