''Het gaat goed, eigenlijk ben ik gewoon doorgegaan op de weg die we voor het EK al ingeslagen waren'', stelt Van der Wart een kleine twee weken voor het begin van zijn wedstrijden op de Spelen. ''Dat betekent het sterker en soepeler maken van de schouder.''
Toch beaamt de shorttracker dat hij nu voorzichtiger is in de trainingen dan voordat zijn schouder voor het eerst uit de kom schoot. ''Vooral bij inhaalacties pas ik iets meer op. Maar dat hoort erbij. Ik wil toch fit blijven zo vlak voor de Spelen.''
''Maar ik ga echt honderd procent fit naar Sotsji. In de trainingen voel ik ook steeds meer dat ik tegen die honderd procent aan begin te komen. Ik kom vooral in de laatste week van de Spelen in actie. Tegen die tijd sta ik er echt wel.''
Het hoofddoel van Van der Wart blijft dan ook ongewijzigd. Al jaren spreekt hij, samen met ploeggenoten Niels Kerstholt, Sjinkie Knegt en Daan Breeuwsma, de ambitie uit om minimaal een medaille te pakken in Sotsji en als het even meezit de gouden plak.
''Of ik teleurgesteld ben als ik zonder medaille terugkom? Dat weet ik niet. Nou ja, natuurlijk ga ik er wel voor. Maar stel: ik haal echt alles eruit wat erin zit, zowel individueel als in het team, en het gaat onverhoopt toch mis. Dan kan het zo zijn dat je toch goed kan terugblikken op de Spelen.''
Nadat de schouder van Van der Wart uit de kom vloog, was het vooral de vraag of hij op de relay bij het voortduwen wel genoeg vaart kon meegeven aan de persoon die hem aflost. Zelf maakt hij zich daar geen zorgen over.
''Ik kan dat gewoon goed doen, ook de laatste duw zou ik goed aankunnen'', legt de shorttracker, die in de aflossingsvolgorde Knegt richting de finish lanceert, uit. ''In Dresden, bij het EK, ging dat nog niet goed, maar straks op de Spelen is dat het laatste wat ik kan doen voor mijn team op de baan.''
''Dan gooi ik dus al mijn agressie erin, dan maakt die schouder me ook niet meer uit. Als dat nodig is om een medaille te halen, gooi ik mijn schouder daar graag een derde keer voor uit de kom.''
Van der Wart stelt dat de definitieve volgorde waarin de shorttrackers elkaar aflossen op de Spelen nog niet in steen gebeiteld is en dat het dus ook nog niet vaststaat dat hij ook in Sotsji de laatste aflossing zal doen.
''We zijn nog een beetje aan het puzzelen. Maar dat doen we altijd. Ook in de race zelf kan die volgorde nog wisselen. We geven elkaar continu feedback, praten op het middenterrein met elkaar en krijgen ook van bondscoach Jeroen Otter vanaf de zijkant nog aanwijzingen. Zo kunnen we ook in de wedstrijd nog aanpassingen maken.''
De in Heerenveen woonachtige schaatser ontkent dat de startvolgorde van de Nederlandse ploeg op de Spelen een geheim zou zijn. ''Natuurlijk gaan we dat niet breed uitleggen. Maar ik denk dat als je onze voorgaande relays goed bekeken hebt, je wel een aardig idee krijgt van onze volgorde. We hebben voor Sotsji in ieder geval niet een geheim wapen of zo.''