Met de zevende plaats op de 500 meter is Van der Wart tevreden. Toch leverde de wedstrijd hem ook huiswerk op voor de komende weken. “Ik ben nog niet helemaal waar ik wil zijn, maar ik moet het ermee doen. Voor het EK moet ik nog even hard werken. Er zijn genoeg Europese jongens die hard rijden”, kijkt hij vooruit naar het grote doel in januari in Dordrecht.
In de kwartfinale manoeuvreerde Van der Wart zich vrij eenvoudig in de laatste ronde van plaats drie naar de kop. Het ontlokte bondscoach Jeroen Otter de uitspraak ‘er staan drie kleine mannetjes op het ijs en de reus is het handigste’. Van der Wart kon er wel om lachen. “Bij iets lagere snelheid begint het bij mij te lopen. Het ijs hier ligt me en dan ik sturen en acties maken.”
Voor een finaleplaats kwam de voormalig Europees kampioen echter nooit in beeld. Wereldkampioen Dajing Wu en de latere winnaar Yoon-Gy Kwak waren simpelweg te vlug. “Daar zie je dat ik tekort kom. De opening en eerste ronde zijn prima, maar daarna gaat het als een nachtkaarsje uit.”
Met de aflossingsploeg nestelde Van der Wart zich opnieuw in de eindstrijd. Het Nederlandse viertal zegevierde, voor klassementsleider Zuid-Korea. “We konden de race mooi controleren en naar onze hand zetten”, blikt de Zuid-Hollander terug. “Daarna was het wachten op de Koreanen en zo lang mogelijk blijven plakken.”
Naast Daan Breeuwsma, Knegt en Van der Wart stond de 20-jarige Itzhak de Laat in de ploeg. Een dag eerder was het Adwin Snellink (21) die het team een ronde verder bracht. “We zijn nog steeds dingen aan het proberen, maar de jongens staan hun mannetje. Ik ben benieuwd hoe we morgen op de proef worden gesteld en hoe de jongens zich houden.” Van der Wart denkt daarbij groot: “waarom zouden we niet kunnen winnen?”
Zondag is Nederland de enige Europese ploeg in de finale, maar Van der Wart ziet het niveau van de van de andere Europese ploegen stijgen. Bij de vorige wereldbeker in Montreal pakten zowel de Britten als de Hongaren een medaille. “Het zijn allemaal gevaarlijke jongens, daar moeten we een oplossing voor vinden. Het is goed voor het Europese schaatsen en ik vind het mooi. Als je straks wint heeft de Europese titel meer glans.”