Lange tijd lieten Daan Breeuwsma, Sjinkie Knegt, Freek van der Wart en Kerstholt het team van Zuid-Korea het tempo bepalen. Met acht rondes te gaan schoof Nederland naar voren, maar bij de wissel van Knegt op Breeuwsma ging het mis en viel het viertal terug naar plaats vier. “Er worden grote fouten gemaakt. Dat mag niet”, stelde Knegt.

De Fries stak de hand ook in eigen boezem. Doordat de lichtste man een zwaardere ploeggenoot moet duwen ligt hier sowieso een zwak punt van de Oranjeploeg. Maar als die wissel niet optimaal getimed is, wordt die zwakke plek nog eens uitvergroot. Knegt: “Daan kwam met te weinig snelheid in, maar ik schaatste waarschijnlijk niet hard genoeg.”

“Dit is puur verliezen”, aldus een balende Van der Wart. “We kwamen voor wat anders. Dit had niet gehoeven.” Na de diskwalificatie van Zuid-Korea schoof Nederland, de nummer twee van de wereld op dit onderdeel, door naar het brons. De wereldtitel ging opnieuw naar Canada.

“Er worden té veel fouten gemaakt. Als je met zes rondes te gaan eerste ligt, dan moet je het afmaken. Daar zijn we sterk genoeg voor”, aldus Van der Wart, die samen met Knegt ook aan de start stond van de superfinale over 3000 meter, omdat beide rijders in de top acht van het individuele klassement stonden.

Zo’n drie kilometer schaatsen net voor de start van de aflossing zijn de Nederlanders niet gewend bij een WK, maar Van der Wart wilde daar het excuus niet zoeken. “Natuurlijk is het zwaar, je hebt maar twintig minuten rust. Maar hier trainen we ook voor. Ik kan niet gaan lopen zeuren over die drie, want ik word hier gewoon zevende.”