Want Bertjan van der Veen heeft altijd geschaatst om de prijzen, of in ieder geval om een rol te spelen in de verdeling daarvan. Ook nu nog steeds, ook al is hij inmiddels dan met zijn 42 jaar de oudste man in het peloton en binnen het BAM Schaatsteam omgeven door de beste rijders.
Dat is, zegt hij, ook de vraag die hij zich de laatste jaren steeds gesteld heeft. "De laatste drie jaar twijfelde ik over doorgaan of stoppen, en al die keren is de doorslag gegeven door het feit dat ik nog een behoorlijk aandeel had in de overwinningen van het team. Ook nu nog."
"Bij het NK in Utrecht heb ik nog redelijk wat voor het team kunnen betekenen, en als ik dan zie hoe Arjan Stroetinga dat werk afmaakt, kan ik daar echt van genieten. Dat geeft voldoening. Maar een paar dagen later in de Ronde van Duurswold begon ik achterin en heb voor mijn gevoel zelfs nooit in het peloton gezeten. Jorrit Bergsma won daar dan wel, maar ik had geen moment het gevoel daar iets aan te hebben bijgedragen."
Minder
Niet dat zijn besluit te stoppen voortkomt uit die ervaringen op het Schildmeer, haast hij zich te zeggen. Maar Van der Veen voelt wel dat het allemaal wat minder wordt. "Ik heb moeite gekregen met de trainingen. Kijk, de wedstrijden vind ik nog steeds heel leuk. Daar haal ik ook de kracht en het plezier vandaan. Maar zonder training kun je in deze sport absoluut niet. Nu heb ik het nog gered, een volgend seizoen zal alleen maar moeilijker worden. En natuurlijk kan ik best nog een jaartje doorgaan, maar dan ga ik rijden om het rijden. Dat wil ik niet, dat past niet bij me."
Bovendien drijft Van der Veen al sinds enkele jaren samen met zijn vrouw Gretha een sportwinkel van Time Out Sport in het centrum van Heerenveen. Ook dat speelt mee. "Tja, als je ziet wat ik elke keer moet regelen voor de wedstrijden en trainingskampen. Daar moet ik veel mensen voor inzetten en veel komt dan ook neer op de schouders van Gretha. Dat kan ook niet blijven doorgaan."
Maar Bertjan van der Veen heeft in ieder geval een prachtige loopbaan om op terug te kijken. De man uit Joure heeft weliswaar geen lange erelijst, maar wel een indrukwekkende. Drie nationale titels op kunstijs pakte hij, en daarnaast ook nog in 2006 een zege in de Alternatieve Elfstedentocht op de Weissensee. De beelden van zijn vreugdetranen daar staan menig volger nog bij. "Ik had al zes of zeven keer op het podium gestaan, maar nooit gewonnen. En dat wilde ik zó graag, een 200 winnen. Op het moment dat het lukte, was de ontlading ook enorm."
Net als zo’n memorabel moment van een koers die Van der Veen níet won. In het Finse Kuopio, februari 2004, leek hij op weg naar de zege, maar onder barre omstandigheden op het Kallavesimeer ging de Fries helemaal kapot. Casper Helling ging er uiteindelijk met de winst vandoor, Van der Veen wankelde ruim daarachter over de finish. De beelden van de uitgewoonde schaatser en het daaropvolgende interview maakten nog dezelfde avond grote indruk op televisie. Van der Veen lacht even. "Evert ten Napel begint daar ook nog steeds over als hij me ziet. Dat is hem altijd bijgebleven."
Het valt de Jouster moeilijk een kroon te zetten op zijn carrière. Kiezen, zegt hij, is eigenlijk ondoenlijk, omdat elke zege iets speciaals had. "De eerste Nederlandse titel was mooi omdat het de eerste was, de tweede omdat ik die in mijn ’eigen’ Heerenveen won, solo met twee ronden voorsprong, en de derde omdat ik in Alkmaar volledig onverwacht een sprint won. En de winst op de Weissensee blijft altijd bijzonder."
Al met al is het geen slechte oogst voor de man die pas laat serieus met schaatsen begon. Van der Veen maakte op zijn 24ste zijn debuut bij de A-rijders, maar koos pas vijf jaar later definitief voor het schaatsen. "Ik had voor die tijd gewerkt in de brandbeveiliging en een eigen sportschool gehad, maar ik stopte overal mee en richtte me fulltime op schaatsen." Achteraf, zegt hij, is dat een beste beslissing geweest.
"Natuurlijk had ik financieel ook de tijd mee, maar het heeft allemaal goed uitgepakt. Als laatbloeier heb ik nog mooie dingen meegemaakt en gepresteerd." Van der Veen, die ooit begon bij Bional en via Primafit, Slager en Nuon bij Time Out Sport belandde, beleefde bij die laatste ploeg zijn beste tijd. Met zijn beennummer 69, Pascal Vergeer als coach en onder andere Miel Rozendaal en Jeroen de Vries aan zijn zijde was die ploeg ongekend succesvol. Nu rijdt hij voor het derde seizoen voor de BAM Schaatsploeg.
Voor hij eind februari in zijn eigen achtertuin, in Heerenveen, afscheid kan nemen hoopt Van der Veen nog iets moois te laten zien. "Hopelijk op de Weissensee. Dat zou ik persoonlijk geweldig vinden."