De race in het Leisure World Ice Center was de eerste van dit seizoen waarin de Masters weer eens werden gekoppeld aan de beide Top Divisies. Zo’n zestig mannen kwamen daar op af, en eerlijk is eerlijk, ze probeerden iets te maken van de koers.
Dat zag ook René van der Meulen. ''Er waren toch wel wat ontsnappingen, maar uiteindelijk mislukten de meeste ook weer.’’ De 51-jarige schaatser zag vervolgens echter een paar mannen met een aardige reputatie in het Masters-peloton wegspringen. ''Eerst Kurt van de Nes en André Klompmaker, even later ook nog Albert Bakker en wat anderen. Ik voelde dat ik daar bij moest zijn, en ben nog aangesloten.’’
Met die negen man tellende kopgroep begon de jacht op een ronde voorsprong. Die leek er op een gegeven echter niet te komen. ''Het duurde lang’’, vond ook Van der Meulen. ''Heel lang zelfs. Ik dacht al dat het niet meer ging lukken, en ineens was het dan toch gebeurd. Daarna had ik nog het idee dat een aantal meteen zou doorrijden, maar gelukkig is dat niet gebeurd. Die ontsnapping kostte toch wat kracht, en zo kon ik in het peloton weer even herstellen.’’
Van der Meulen hield in de finale van tien ronden zijn ogen goed open. ''Ik zag Klompmaker vooraan en vroeg me af of hij er al vandoor wilde. Ik was alert, want er waren meer mannen die het niet moesten hebben van een sprint.’’ Een aantal rijders uit het kopgroepje viel al snel weg, waarna een handjevol leiders overbleef. ''Ze weten dat ik redelijk kan sprinten, dus ik werd constant in de gaten gehouden.’’ Vergeefs, want Van der Meulen won uiteindelijk de sprint van kop af. Verrassend genoeg was het Klompmaker die het dichtst in de buurt bleef. ''Vond ik leuk voor hem, als niet-sprinter.’’
Maar Van der Meulen vond het natuurlijk vooral leuk voor zichzelf. Hij is een man van de streek, Dronten is zijn thuisbaan. ''Ik woon hier een kwartiertje vandaan, sta vaak op de baan om training te geven. Dat geeft natuurlijk extra motivatie voor een wedstrijd als deze. En helemaal toen ze me vlak voor de race nog even die trofee lieten zien. Dan geef je net even wat meer. En ik ben echt superblij dat ik hier heb kunnen winnen.’’
En dat was echt niet de eerste zege in de loopbaan van Van der Meulen. Hij werd al twee keer Nederlands kampioen op de Weissensee, en won vorig jaar nog de Grand Prix en de Flevocup. ''Maar dit jaar waren het alleen nog maar vierde plaatsen. Die winst was daarom heel erg welkom.’’