"Kijkend naar de expertise die Van Commenee heeft binnen de internationale sport voldeed hij aan de omschrijving die wij van tevoren hebben opgesteld", verklaarden directeur sportief van de KNSB Arie Koops en chef de mission Maurits Hendriks de aanstelling van Van Commenee.
Van Commenee (55) was in het verleden zelf actief als chef de mission van de Nederlandse equipe. Na de Spelen van Peking in 2008 trad hij als hoofdcoach in dienst van de Britse atletiekbond. Van Commenee kreeg na de Spelen van Londen een nieuw contract aangeboden, maar hij bedankte daarvoor omdat hij niet aan de doelstelling had voldaan.
De schaatsbond en sportkoepel NOC*NSF vinden een onafhankelijke expert noodzakelijk omdat Koops een dubbelrol vervult. Als directeur sportief behoort hij de selectieprocedure te toetsen, maar als bondscoach van de ploegenachtervolging heeft hij er tegelijkertijd een belang bij hoe die selectie eruit ziet.
"Het is daarom belangrijk dat ik tijdens de selectie (gebaseerd op de resultaten van het olympisch kwalificatietoernooi eind december, red.) mijn pet als technisch directeur even afdoe", aldus Koops.
"Ik geef op voorhand aan of ik als bondscoach van de ploegenachtervolging aanwijsplekken nodig heb. Vervolgens gaat een driekoppige selectiecommissie daarmee aan de slag. Uiterlijk 1 januari 2014 gaat er dan een advies over de mogelijke selectie richting NOC*NSF. Van Commenee zal dan toetsen of het proces correct is uitgevoerd."
Dat betekent dat Van Commenee zelf niet zal bepalen hoe de selectie eruit komt te zien.
Koops en Hendriks maakten donderdag ook bekend dat de twee aanwijsplekken die in de selectieprocedure zijn gereserveerd voor de ploegenachtervolging eventueel ook gebruikt kunnen worden als één aanwijsplek indien er zich een calamiteit voordoet.
Koops: "Mochten we op de ploegenachtervolging slechts één aanwijsplek nodig hebben, dan kan de overgebleven aanwijsplek ook gebruikt worden voor een calamiteit. Wat een calamiteit is ga ik nu niet specificeren. Als ik drie scenario's beschrijf zal je zien dat er zich dan een vierde voordoet."
In totaal mogen twintig Nederlandse langebaanschaatsers deelnemen aan de Winterspelen, tien mannen en tien vrouwen. Zeven plekken per sekse zullen rechtstreeks verdeeld worden bij het olympisch kwalificatietoernooi, de overige drie kunnen door de KNSB ingevuld worden.
"Maar laten we duidelijk zijn. Vorig jaar hebben we richting de WK afstanden in Sotsji slechts één aanwijsplek bij de heren en nul bij de vrouwen hoeven te gebruiken. Laten we hopen dat ook richting de Spelen alle tien zich rechtstreeks plaatsen."