Het decor voor de slotwedstrijd van de KPN Marathon Cup was prachtig. Het oude Olympisch Stadion in Amsterdam was omgetoverd tot De Coolste Baan van Nederland: een heuse ijsbaan op de atletiekbaan, waar duizenden liefhebbers in deze maand hun rondjes draaien.
"Echt een beetje nostalgie", vond ook Van Beek. "Zo moet het vroeger geweest zijn. Lekker 's avonds rijden bij kunstlicht, veel mensen langs de kant. Een echte buitenwedstrijd. Eigenlijk is het een beetje de Jaap Edenbaan met grote tribunes."
In die entourage werkten de mannen van de Eerste Divisie hun finale af. Wel op iets ander ijs dan een paar dagen eerder in Thialf. "Het was zwaar", bekende Van Beek. "En het ijs was inderdaad honderdtachtig graden anders dan in Thialf. Maar dat weet je van tevoren."
"Eigenljik viel het me nog mee. Het enige vervelende was dat er in één bocht wat gaten zaten, waardoor de pylonnen bleven staan en we honderd ronden lang dezelfde lijn hebben gereden." Dat weerhield niemand ervan om flink door te rijden. Er was veel publiek langs de kant en dat moest een leuke race geboden worden. Het tempo lag hoog en er waren diverse ontsnappingen. Die leidden echter steeds tot niets.
Ook in de slotfase reed er nog een groepje weg, waar Van Beek persoonlijk achteraan moest. "Net op het moment dat ik er vanuit ging dat het sprint zou worden, reden die mannen weg. Dat was even een angstig moment, maar gelukkig konden we ze nog terugrijden."
Van Beek zag hoe veel inspanningen werden verricht door zijn ploeggenoten, die vooral veel te stellen hadden met Arjen van der Kieft en Mark Ooijevaar. Van Beek: "Het leek wel of die twee een spelletje speelden dat 'om beurten demarreren' heette. Daar moesten we steeds even flink aan de bak."
Zo draaide ook de finale uit op een massasprint, waarin Van Beek voor de ogen van zijn trotse ploegleider Joost Juffermans nog eens zijn kwaliteiten etaleerde. De man die volgend seizoen op het hoogste niveau uitkomt voor Van Werven liet ogenschijnlijk zonder al te veel inspanning de concurrentie achter zich. "Moest ook wel", vond de Stompwijker. "Het voorbereidende werk werd perfect gedaan door mijn ploeggenoten, dan moet ik het natuurlijk wel afmaken ook."
In de sprint hield Van Beek nog Luc ter Haar en Arjan Kramer achter zich. Op het podium van de Marathon Cup werd hij geflankeerd door Evert Hoolwerf, de andere grote man dit seizoen in de Eerste Divisie, en Robin Snoek. Samen waren Van Beek en Hoolwerf goed voor twaalf cupzeges in de zestien wedstrijden. Met het NK en de wedstrijden in Rotterdam en Dronten meegerekend, kwam Van Beek zelfs op een respectabel aantal van twaalf.
Daarmee is het droomseizoen van Van Beek uitgedrukt in koele cijfers. Maar ook gevoelsmatig beseft de Zuid-Hollander uit de ploeg van Groenehartsport.nl dat hij in Amsterdam een fantastisch seizoen afsloot. "Onwaarschijnlijk. Zo vaak winnen, dat is echt ongekend. Ik besef ook heel goed dat het volgend seizoen zonder twijfel anders is. Daarom probeer ik hier ook zoveel mogelijk van te genieten."
In één winter is Van Beek uitgegroeid tot een echte marathonschaatser, ook al start hij op diezelfde Coolste Baan komend weekeinde nog in het NK Allround. Van Beek, lachend: "Laten we het erop houden dat ik inmiddels voor tachtig procent marathonschaatser ben. Die laatste twintig procent zijn de kleine kneepjes van het vak die ik nog moet leren."