De 23-jarige schaatser uit Stompwijk maakt een stormachtig en opvallend debuut bij de A-rijders. Waar hij een rol in de schaduw van zijn kopmannen kreeg toegedicht voorafgaand aan het seizoen, ontpopt hij zich als de meest succesvolle van Team Van Werven.

"Ik had het er deze week nog met coach Roy Boeve over. Ik krijg mijn kansen veel eerder dan ik had verwacht." Want na de stroeve start in Amsterdam begon het te lopen. De afgelopen drie wedstrijden was Van Beek in de frontlinie te vinden en rook hij aan de overwinning.

"Had ik geen tactische fouten gemaakt, dan had ik er al één kunnen winnen. Maar dit is tegelijk de beste manier om snel te leren. Ik heb na de wedstrijd in Den Haag twee nachten niet geslapen. Wat daar gebeurde overkomt me niet weer."

Hij ging te laat de sprint aan, analyseert hij zichzelf kritisch. "Ik ben geen circusartiest zoals Arjan Stroetinga of Gary Hekman, die in de laatste bocht van alles kunnen. Ik moet mijn eigen sprint rijden. Nu liet ik het als een mak schaap gebeuren. Van bovenaf had ik mezelf zo kunnen vertellen wat daar mis ging."

Het heeft met vertrouwen te maken, weet Van Beek. "Dat groeit nu iedere week, met deze uitslagen. Ik gooi me er wat makkelijker tussen. Wat ik nog lastig vind is het opeisen van mijn kansen. Die andere jongens in het team hebben zo'n palmares. Mijn hoofd zegt dat ik kopmanschap nog moet verdienen."

De goede uitslagen hebben hem wederom bevestigd in zijn keuze voor de marathon. "Ik voel me hier thuis en heb het plezier hier gevonden." Het langebaanschaatsen staat op een lager pitje. "Ik wil me plaatsen voor het KPN NK Allround, maar zie het als een goede fysieke prikkel."

Zijn ambities liggen echter in de marathon. "En ik ben niet van plan om pelotonvulling te zijn. Voorafgaand aan het seizoen had ik al zoiets dat ik er eentje wilde winnen. Dat ik zo vaak in de top zou eindigen had ik echter niet verwacht. Maar ja, ik had die podiumplaatsen graag geruild voor een overwinning, want we staan nog wel steeds op nul."