De schaatser uit Stompwijk start normaal in de Eerste Divisie, maar rekende nu af met zijn rivalen van het hoogste niveau. In de sprint van vier koplopers rekende hij af met Niels Mesu en Willem Hut.

De zege van Wim de Graaff dateerde alweer van 1956. Hij was destijds de sterkste in een allroundtoernooi over twee dagen. De Graaff klopte de nu legendarische Jeen van den Berg. Die wedstrijden werden gereden op het natuurijs van de Kralingse Plas. 

Dat was een heel ander decor dan dat van de wedstrijd die zondag in Rotterdam werd gereden, met opnieuw het Kampioenschap van Kralingen als inzet. Nu was er in de havenstad een wondertje van techniek verrezen. Een 400 meter lange tunneltent, waarin een prima ijsvloer was neergelegd. Wim de Graaff zag het met bewondering aan. "Ik heb hier al een paar keer gereden, maar het is toch fantastisch dat ze dit kunnen."

Fantastisch was ook de kwalificatie die van toepassing was op de wedstrijd. Weliswaar stonden er slechts 42 rijders aan de start in een peloton dat nogal wat grote namen uit de Top Divisie ontbeerde, maar dat mocht achteraf gezien de pret niet drukken.

Sterker, de thuisblijvers hebben wat gemist. Onder het tunneldak was absoluut een van de leukste wedstrijden van het seizoen te zien. Met een spervuur van aanvallen, met een groep die een ronde voorsprong pakte, een groepje dat twee ronden voorsprong nam, en een gesloopt peloton. Bijna zeventig jaar na de oorlog was er opnieuw sprake van een slagveld in Rotterdam.

Dat Van Beek als nieuwe kampioen van het ijs stapte, was verrassend. In het kwartet dat hij vormde met Willem Hut, de altijd actieve Erik-Jan Kooiman en Niels Mesu was hij immers de enige uit de Eerste Divisie. Maar Niels Mesu sloeg achteraf de spijker op z’n kop. "Ik heb verloren van een B-rijder", sprak de Zeeuw met de pest in z’n lijf. "Maar het was niet zomaar een B-rijder, het was wel Thom van Beek."

Dat was een terecht compliment aan het adres van Van Beek, die zich dit seizoen ontpopt als een absolute aanwinst voor het marathonschaatsen. Vorige winter richtte hij zich nog voornamelijk op de langebaan, nu heeft de marathon zijn grootste aandacht. Van Beek is inmiddels ruimschoots leider in de KPN Marathon Cup van de Eerste Divisie.

Niettemin was de Zuid-Hollander vooraf behoorlijk gespannen. "Ik was nerveus, ja. Opeens moest ik hier strijden met de A-rijders, dat is toch weer een stap hoger. Maar gelukkig heeft het goed uitgepakt."

Wat heet. Van Beek zat keurig bij de zestien mannen die een ronde voorsprong pakten. En de Stompwijker van Groenehartsport.nl was ook alert toen zich later een nieuw kopgroep vormde. "Ik wist niet precies wie er bij die zestien zaten, maar wist wel dat Hut, Kooiman en Mesu erbij zaten. Op het moment dat Hut weer aanzette, wist ik dat ik mee moest."

In een wat grotere groep pakten ze met z’n vieren opnieuw een ronde. "In de finale hield ik vooral rekening met Niels Mesu, al weet ik dat Hut en Kooiman ook rap kunnen zijn. Maar inderdaad was Mesu m’n grootste concurrent. Op de streep had ik maar heel weinig over, maar ik wist meteen dat het genoeg was. Fantastisch dat ik een wedstrijd als deze win."