Dat neemt niet weg dat ze soms, op de raarste plekken of gekste momenten, weer wordt herinnerd aan die hoogtijperiode van 1995 tot en met 2004. Vrijdagmiddag bijvoorbeeld stond de sprintster van weleer voor het oog van een camera te stralen tussen twee (veel jongere) barkeepers van een restaurant op een bergtop in het nationaal park Gran Sasso dat grenst aan de EK-stad. Die vroegen zich in eerste instantie af wat een Italiaanssprekende vrouw met een groep skaters uit Nederland kwam doen, behalve koffiedrinken in hun tent.
“We hadden een vrije middag ingepland. Het leek me leuk met wie wilde de bergen in te trekken. Een deel van de ploeg ging wandelen, ik gaf de voorkeur aan de kabelbaan. Met z’n achttienen namen we de lift en zo belandden we in het restaurant. Ik vertelde de jongens dat ik zelf ook heb geskeelerd. Toen wilden ze mijn naam weten. Bij het noemen van Belloni klonken er enthousiaste kreten. Ze waren uitzinnig en wilden direct een selfie maken met mij. Super-grappig! Mijn naam kenden ze wel. Of beter, nog steeds.” Het laatste dat ze wil is arrogant overkomen, maar dat ze met haar duizelingwekkende erelijst de all time greatest is van de Italiaanse inlineskate-scene, kan ze niet ontkennen. Niemand in de laars werd namelijk vaker wereldkampioen op wieltjes.
Die succesvolle geschiedenis kan best handig zijn bij het voorbereiden van de selectie op de races. Praktijkvoorbeelden uit het verleden zijn prima te gebruiken om mogelijke situaties door te spreken. De 44-jarige Berga-Belloni: “Dat is een leuke bijkomstigheid, maar zal nooit doorslaggevend mogen zijn. Voor mij is het belangrijk dat we hier met een ploeg rijders en rijdsters aanwezig zijn van wie we kunnen zeggen dat het de beste skeeleraars van Nederland zijn. Ze moeten het hoogst haalbare bereiken, hetgeen waartoe ze in staat zijn. Ik ben hier niet om bullshit te verkopen door te verkondigen dat we op dat nummer of dat onderdeel goud halen, terwijl de situatie er helemaal geen aanleiding toe geeft. Je moet naar buiten toe realistisch zijn over de kansen, maar evengoed naar de sporters toe.”
“Het is aan ons, de bondscoaches langs de kant, eruit proberen te halen wat de inliners in zich hebben. Per persoon. Dat geldt voor tactisch inzicht, tegenstanders observeren en van hen profiteren. Oftewel slim rijden om een topresultaat op tafel te krijgen. Bij een afvalkoers voor de vrouwen weet je dat er vooraan in de race treintjes ontstaan van de grote landen: drie Italiaansen, drie Francaises, drie Spaanse meiden…. Het is bekend dat de Nederlandse vrouwen moeite hebben met rijden in een peloton. Daarom zeg ik niet dat ze zich er vanaf het begin tussen moeten gooien bij die trio’s, want dan zijn ze gezien. Dat werkt niet. Door het anders op te lossen, kun je je rijders toch kansrijk maken.”
Terwijl ze honderduit praat, heeft Berga – zittend op de tribune van het Centro Polisportivo Giovanile Aquilano - haar ogen gericht op de bewegingen van tientallen buitenlandse inlineskaters die over de snelle piste dwarrelen. Observeren van de concurrentie is een voorname taak, vindt ze. “Je kunt altijd iets opmaken uit de trainingen van andere landen. Ik weet onderhand wel hoe de Italiaanse ploeg het spel speelt, of wat de Fransen in hun schild voeren. Zoals ik net zei: het is aan ons daar gebruik van te maken. Als die twee teams elkaar uitdagen, moeten wij van die rivaliteit profiteren.”
Ze wijst kort op Oranje-duo Lianne van Loon en Fleur Veen dat over de boarding hangend de rijders volgt. “Zij moeten de wedstrijd ook kunnen lezen, want ik sta tijdens de competitie aan de kant en kan slechts toekijken hoe ze rijden. In het verleden mochten we nog communiceren via een oortje, maar dat is allang geleden afgeschaft. De sport is er puurder door geworden. Het betekent ook dat de atleten zelf beter moeten opletten en anticiperen. Op de langere afstanden (puntenkoers en afvalkoers) zie je in het vrouwenveld meteen voor welke Italiaanse er wordt gereden. De twee anderen rijden zich compleet leeg om de derde aan de overwinning te helpen. Dat moeten Lianne en Fleur onmiddellijk in de smiezen hebben.”