Op de donderdagavond in Heerde klokte Lataesha Narain in de voorrondes 11,56, gevolgd door 11,37 in de finale. Zelf wist ze ook dat ze in goeden doen zeker drie tienden harder zou kunnen. Toch stapte ze niet ontevreden van het asfalt, want ter voorbereiding op deze ritjes stond Narain slechts vijf keer op skeelers.
Vlak voor de Europacup in Geisingen, de baan waar ze al drie jaar traint, kreeg Narain half maart ineens last van haar rug. Binnen een dag ging ze van explosieve sprintster naar iemand die al ineen kroop bij een simpele nies. “Mijn rug deed heel veel pijn en werd snel stijf. Ik probeerde te blijven skeeleren en door de pijn heen te bijten, maar dan kon ik niet meer rechtop rijden door de stijfheid.”
In eerste instantie hoopte Narain het op te lossen met een bezoek aan de fysio en wat voorzichtige hardloopkilometers. “Maar op een gegeven moment kon ik helemaal niets meer.” Omdat ze net een paar weken in Geisingen aan het trainen was, bezocht ze een Duits ziekenhuis. Daar werd geen schade gevonden aan haar rug, waardoor ze besloot huiswaarts te keren.
In Nederland volgden nog meer onderzoeken: CT-scan, MRI, röntgenfoto. “Ik ben allerlei artsen afgegaan. Telkens kreeg ik te horen: ‘We weten het niet, we weten het niet’. Ik werd er helemaal gek van. Het maakte me verdrietig dat niemand me verder kon helpen. Ik kon niks, trainen lukte me niet. Uiteindelijk zette ik de knop om en nam ik rust, in de hoop dat het beter zou worden.” Hoe Narain de dagen sleet zonder haar sport? “Wandelen, op mijn stadsfiets rijden, met vrienden afspreken en gedichtjes schrijven. Ik heb nog nooit zoveel gedichten gemaakt als de afgelopen maanden. Het was een fijne manier om me te uiten.”
Ook op het aanbod van haar schaatsteam om looptrainingen te geven ging ze in. “Bij het voordoen merkte ik ineens dat ik minder last had van mijn rug. Ook het niezen of iets van de grond afpakken deed minder pijn. Dan kan ik misschien proberen lichtjes hard te lopen, dacht ik. Dat ging best goed. Te lang lukte nog niet, dan werd mijn rug stijf. Maar als ik kan sprinten, zou ik ook op skates kunnen starten?”, vroeg Narain zich af.
Het antwoord op die vraag was ja. Korte inspanningen kon ze pijnvrij doen. Wanneer Narain pijn voelt, moet ze wel stoppen. “Ik loop nu al tweeënhalve maand rond met deze blessure. Als ik de grenzen op zoek, ben ik bang alleen maar verder van huis te zijn. Zo probeerde ik dinsdag bij de training uit te rijden, maar dat hield ik slechts drie rondjes vol.” Het weerhield de meervoudig Nederlands kampioene er niet van zich in te schrijven voor de sprintrace in Heerde. “Als startjes lukken, waarom dit niet? Ik kon altijd uitstappen als het te veel pijn zou doen. Maar het was zo kort, ik was al klaar voordat het stijf kon worden.”
Dat ze tijdens het voorprogramma van de Reggeborgh Inline 3-daagse kon starten én winnen, daar is ze gelukkig mee. “Het was wennen vandaag, omdat ik nog niet zoveel geskeelerd heb. Maar ik reed beter dan ik verwacht had. Tijdens de voorronde zette ik nog iets te veel af naar achter, de finale voelde beter. En ik heb niet meer last van mijn rug gekregen”, voegt Narain er glimlachend aan toe.
“Drie weken geleden had ik niet verwacht hier al te staan. Ik ben blij met alles wat ik nog kan rijden dit seizoen. Ik verwacht er niet te veel van”, vertelt Narain. Inmiddels heeft ze een voorzichtige diagnose gehad: vocht in haar onderrug. “Begin juli heb ik opnieuw een MRI om te kijken of dat inderdaad zo is. Als ik maar weet waar ik aan toe ben. Die onzekerheid is vervelend en het heeft nu lang genoeg geduurd.”
De marathonkoers bij de vrouwen werd, zoals vooraf verwacht, gedomineerd door Lianne van Loon en Jet Fransen. Alleen het duo van DOUBLEff slaagde erin twee rondes voorsprong te pakken op het peloton. In de laatste vier rondjes van 407 meter mochten de twee teamgenotes ‘duelleren’ om de zege. De vrouwen spraken een paar woorden onderweg en reden kop over kop naar de streep. Van Loon mocht als eerste de finish passeren, Fransen verwacht later deze 3-daagse aan de beurt te komen. Van de drie vrouwen die een ronde voorsprong op het peloton hadden was Viviana Rodríguez Rojas de beste in de sprint, wat een derde plek waard was.
De mannen gaven een enerverende marathon weg aan het publiek. Een kwartet rijders, Crispijn Ariëns, Jorian ten Cate, Ewout Beijeman en Christian Haasjes, vormde de eerste serieuze kopgroep. Vervolgens sprongen steeds koppeltjes of trio’s naar hen toe, waardoor aan het eind van de race deze grote groep werd omgedoopt tot peloton. Hoewel Mats Stoltenborg, in zijn eerste wedstrijd voor De Haan Westerhoff, er alles aan deed om met Jordy van Workum en Beijeman weg te blijven, was zijn inspanning vergeefs. Achter hem waren vijf mannen van Reggeborgh aan de kop van het peloton zich aan het voorbereiden op de sprint. Jorian ten Cate werd aangewezen als afmaker en won met ruime voorsprong op Christian Haasjes. De derde plek was voor Bart Hoolwerf. Vrijdag vervolgen de rijders hun 3-daagse in Rijssen, Staphorst vormt zaterdag het slotstuk.