De TVM-ploeg is duidelijk op elkaar ingespeeld. Coach Gerard Kemkers hoeft maar kort uit te leggen wat de bedoeling is. De rijders zetten zich op de pedalen en rijden naar het rondje waar ze een aantal intensieve blokken zullen rijden. Daar vertrekken ze na precies drie kwartier voor hun individuele training. Onder een felblauwe hemel worstelen Ireen Wüst, Jorien Voorhuis, Sven Kramer, Simon Kuipers en Remco en Wouter olde Heuvel zich door de harde wind en de intensieve training. Alleen Jan Blokhuijsen ontbreekt op dat moment nog. Omdat de allrounder een afspraak had, is hij wat later. Nadat zijn ploeggenoten er bijna twee rondjes op hebben zitten komt hij aan. Al fietsend bekijkt hij op zijn smartphone zijn trainingsschema en zet zich in gang.
Terwijl zijn pupillen hun training afwerken rijdt Kemkers in tegengestelde richting hetzelfde rondje. “Zo zie ik ze vaker en als er iets aan de hand is dan ben ik er snel bij.” Hij vertelt enthousiast over het trainingskamp van zijn ploeg in Minsk, in augustus.
“We waren op zoek gegaan naar een ijsbaan die in die periode zomerijs aanbood en dat was het geval in Minsk. Bart Veldkamp is er van tevoren heengegaan om poolshoogte te nemen. Het zag er goed uit en toen we er eenmaal waren was het allemaal nog veel beter dan we verwacht hadden. Goed ijs, een goed hotel en iedereen werkte met ons mee. Het leek wel of we een nationale selectie waren. Het ijs werd voor ons vrijgehouden.”
Toch was het door de plek een ander trainingskamp dan anders. “Het was ook een soort sportontwikkelingshulp. De mensen daar hadden ons gevraagd of we wat spullen wilden meenemen voor de sporters in Wit-Rusland. Dat hebben we gedaan en wij niet alleen. Ook Stouwdam, Faber Sport en Jan Bols Intersport hebben spullen meegegeven, van voetbalschoenen tot schaatsen.”
Gerard Kemkers rijdt een rondje mee in het wiel van Sven Kramer.
Stuk voor stuk ogen de schaatsers ontspannen. In relatieve rust werken ze naar hun seizoen toe. Een seizoen waarin ze niet alleen op topniveau moeten presteren, maar ook alle ogen op hen gericht zijn. Wüst is inmiddels aan de aandacht gewend geraakt. Zij en Kramer zijn al jaren de gezichten van de ploeg en hun prestaties liggen voortdurend onder een vergrootglas.
“Ik ben er aan gewend geraakt”, vertelt Wüst. “Ik ervaar alle aandacht niet als storend. Het hoort erbij.” Ze kijkt met grote verwachting uit naar de komende winter. “Ik hoop de lijn van afgelopen winter door te kunnen zetten. En er zijn geen redenen om te denken dat dat niet het geval zal zijn.” De hele ploeg is probleemloos de zomer doorgekomen, zonder blessures en met Kramer erbij is het team weer compleet.
Het plezier straalt tijdens de training van Kramer af. Hij kan sinds augustus weer met zijn ploeggenoten meetrainen. Dat dat niet betekent dat alles weer bij het oude is weet hij maar al te goed. “Ik heb anderhalf jaar geen wedstrijden gereden. Ik heb ook nog niet een zomer gedraaid zoals ik het wilde.” De verwachtingen voor dit seizoen mogen dan ook niet te hoog zijn. “Je kan niet veel verwachten. Ik wil best kampioen worden op het NK Afstanden, maar dat is niet reëel.”
Van zijn blessure heeft Kramer geen last meer. Soms voelt hij nog wel wat in zijn bovenbeen, maar het belemmert hem niet meer in zijn trainingen. Kemkers: “Sinds Sven weer meetraint maakt hij enorme progressie.” Aan het eind van de fietstraining blijkt de ambitie van Kramer. Aan het eind van de blokkentraining krijgt hij de later gestarte Blokhuijsen in het vizier. Terwijl deze aan zijn laatste ronde begint rijdt Kramer een kleine vijftig meter achter hem. “Even Jan pakken”, roept hij en snelt naar zijn ploeggenoot toe. Dat is typisch Kramer: altijd op zoek naar competitie. “Ja, ik moet hem soms afremmen”, geeft Kemkers toe, maar het doet hem zichtbaar deugd dat zijn pupil weer naar vermogen mee kan trainen.
TVM op de terugweg van de training. Foto: Gerard Kemkers.
Na het intensieve deel van de training peddelt de ploeg weer terug naar het vertrekpunt in Heerenveen. Dit duurt weer precies 45 minuten. Het tekent de ploeg. TVM is in balans. In de winter zal duidelijk worden of de rijders de rust en het plezier dat ze in hun training laten zien ook in de wedstrijden kunnen tonen.