De winnende tijd van Groenewoud mocht er zijn: 1.53,33. Nog nooit was ze zo snel in Heerenveen en het scheelde maar een haar of het was haar snelste 1500 meter ooit geweest. Bewees ze de afgelopen weken in de marathons al dat met haar vorm niks mis was, nu zat ook de snelheid er goed in. Enig puntje van kritiek was dat ze zich niet met haar nieuwste concurrent kon meten. Femke Kok had zich gezien het programma van de rest van het weekend voor de mijl afgemeld. “Zij heeft al zo’n goede tijd gereden, dan wil je ook op hetzelfde moment hebben onder dezelfde omstandigheden tegen haar rijden.”
Het adagium ‘wie er niet is, kun je niet verslaan’, ging echter ook deze keer op. Groenewoud kwam weliswaar niet aan het baanrecord, maar haar voorsprong van bijna anderhalve seconde op Antoinette Rijpma - de Jong en Joy Beune was comfortabel te noemen. De twee kemphanen kruisten de degens in de voorlaatste rit, maar beiden beten zich stuk op de tijd van Groenewoud.
“Het gaat nog niet heel lekker”, moest Beune toegeven, al zat ze al een stuk dichterbij Rijpma – de Jong dan twee weken geleden, toen ze bijna twee seconden moest toegeven in een trainingswedstrijd. “De bochten zijn onwennig en ik maak foutjes. Dat kost me veel energie.” Ondanks het verlies kon ze het wel relativeren. “Vorig jaar had ik ook de tijd nodig, dus ik hoop in het seizoen te groeien en steeds betere races te gaan rijden.”
Ook haar tegenstander was niet tevreden over haar race. De tweevoudig kampioen won dan wel van Beune, maar de 1.54,64 kon niet tippen aan de tijd van Groenewoud. “In het algemeen moet het gewoon een stuk harder”, sprak ze na de rit. “Nu reed ik achter de feiten aan. Na de finish wist ik meteen dat het niet genoeg was. Dat is zonde. Maar ik zit erbij en dat is het belangrijkste voor nu.”
En daarmee zijn we terug bij de winnares, die niet anders dan blij kon zijn met het resultaat. “Ik wist wel dat ik in orde was, maar deze tijd en het verschil met de rest had ik niet verwacht”, sprak ze breeduit lachend, voordat haar trainer Jillert Anema haar snel richting het krachthonk duwde om uit te fietsen.
“Het was een lange dag en je wilt niet te veel spanning hebben. Toen ik hier aankwam had ik dat wel, maar de rest van de dag niet en was het een gezonde spanning.” Met twee handjes op de rug reed ze vervolgens ogenschijnlijk op het gemak naar de Nederlandse titel. “Vorig jaar aan het eind van het seizoen heb ik daarmee geoefend en dat heb ik nu vanaf het begin van het jaar gedaan. Het brengt me meer ontspanning en dat valt nu allemaal goed op zijn plek.”