"Ik ben zo blij'', reageerde de Amerikaanse. "Zaterdag had ik het heel zwaar. Ik was zó nerveus dat het op mijn benen sloeg. Ik heb 's avonds een warm bad genomen en lag al om 21 uur in bed. Gelukkig kon ik terugkomen en weer schaatsen zoals ik altijd doe.''

En zo werd Richardson de twaalfde schaatsster in evenzoveel jaren die wereldkampioene sprint werd. Sinds de overwinning van Catriona LeMay-Doan in 2002 won steeds een nieuwe naam het sprintevenement. De titelverdedigster Yu Jing eindigde ditmaal als tweede, voor de Zuid-Koreaanse Lee Sang-hwa. Thijsje Oenema moest genoegen nemen met de ondankbare vierde plek.

De Amerikaanse schaatsster nam al op de tweede 500 meter de leiding in de tussenstand over van Yu Jing en wist dat daarna haar sterkste afstand - de 1000 meter - nog moest komen. Toch wilde ze zich nog niet rijk rekenen. "Vorig jaar leverde Yu Jing op de WK sprint ook een geweldige 1000 meter af, dus ik wist dat ik vol aan de bak moest. Maar gelukkig had ik mijn zenuwen nu beter onder controle.''

Enkele uren voor het begin van de slotdag had Richardson nog telefonisch contact met haar Friese vriend, die momenteel zijn wedstrijden op natuurijs schaatst. Het onderwerp 'WK sprint' werd in dat gesprek echter vermeden. "Want dan word ik alleen maar extra gespannen'', biechtte de wereldkampioene op. "Maar direct na de race kreeg ik van hem een sms dat hij trots op me is, dus dat is mooi. En wat dit voor mij betekent? Heel veel. Dat al mijn zware arbeid eindelijk wordt uitbetaald.''