Het zijn geen stoere praatjes van het kleine, maar nuchtere meisje, voor de 22-jarige Thijsje is het ernst. Een straaljager besturen, het is haar jeugddroom. Van jongs af aan bewondert zij Tom Cruise in Top Gun en zit dit beroep in haar hoofd. Het fascineert haar: de snelheid en het handelen onder druk; hoe hoger die is, des te mooier Thijsje het vindt.
De schaatsster van Team Anker is al bij een open dag van Defensie geweest, een jaar of vier geleden. Ergens thuis ligt een blaadje met een e-mailadres van de enige vrouwelijke straaljagerpiloot die Nederland toen had. Mailen durfde ze uiteindelijk niet.
Thijsje stond op het punt om de toelatingstest te doen toen het schaatsen plotseling heel goed ging. Ze koos in eerste instantie voor haar schaatscarrière. Allebei tegelijk gaat niet en ze heeft nog tot haar 28ste om zich aan te melden voor de test.
Maar dat betekent niet dat ze nu alleen maar schaatst. Ze studeert bedrijfseconomie, want dat is wel te combineren. Ook dat staat in teken van haar tweede droom: je kunt namelijk maximaal tien jaar in een straaljager vliegen. Daarna een burgervliegtuig besturen ziet Thijsje niet zitten.
Achteraf is ze blij met haar keuze. Inschrijven voor de toelatingstest kan maar een keer en deze is heel zwaar. Met wat extra levenservaring hoopt ze over een aantal jaar te voldoen aan alle eisen, hoewel ze beseft dat dit niet eenvoudig wordt.
Aan één voorwaarde voldoet ze alvast: met haar 1.65 cm is ze nét lang genoeg. En nog een voordeel: dat oefenen met snelheid en omgaan met druk doet ze regelmatig, al is het op het ijs.
Is het einde van je schaatscarrière dan al in zicht?
"Nou nee hoor, ik heb nog zes jaar voor ik 28 ben en ik ben totaal nog niet bezig met stoppen. Ik heb eerst nog genoeg ambitie in het schaatsen.”
Zoals?
“Ik plaatste me op het NK met mijn hakken over de sloot voor de wereldbekerwedstrijden maar ik merk dat ik nu een stijgende lijn heb. Ik wil weer terug naar mijn niveau van vorig jaar. Ik wil stabiele races rijden, stappen maken en dan zien we daarna wel weer wat dat brengt.”
Hoe komt het dat je seizoen nog niet zo goed begon?
“Het begin van de zomer was een beetje hectisch. Ik kwam uit het gespreide bedje van VPZ met fysio’s, masseurs en trainers op de belangrijke wedstrijden en ineens was dat er niet meer. Dat was aanpassen, maar gelukkig gaat dat nu heel goed. We hebben een gezellige ploeg met vijf dames die elkaar aanvullen.”