Maandenlang wilde ze er niet over praten, bang als ze was dat het niet meer goed zou komen. Een breukje in een voet als gevolg van overbelasting zorgde voor veel twijfels bij Tessa Snoek, na de tweede winter op een rij waarin de Abcoudse zich als een van de toonaangevende schaatsers van het vrouwenpeloton presenteerde. Ze won het klassement van de natuurijswedstrijden (plus een race op de Weissensee en in Lulea), eindigde als vijfde in de Marathon Cup en was dicht bij de zege in het Open NK (zilver). Maar dat staartje van het seizoen bleek heel pijnlijk, omdat ze erg veel van zichzelf had gevraagd.
“Ik had iets te veel op m’n bordje genomen”, zegt ze ter verklaring van de kwetsuur die nog lang zou nazeuren. “Maar ja, ik wilde mijn goede posities in de klassementen vasthouden en ben mezelf gaan overvragen in trainingen. Pas toen het seizoen erop zat stuurde de fysio me door naar een sportarts. Het vervolg was dat mijn voet eerst acht weken in het gips moest, en daarna met een zogenoemde walker (een brace, red.) moest lopen. Die periode voelde als een eeuwigheid”, verzekert de vrouw die het liefst alle dagen door het leven wervelt.
En dan was er tegelijkertijd een hoop onrust rondom de oprichting van een nieuw marathonteam door Irene Schouten, die ook Snoek graag erbij wilde hebben. Het hele project sneuvelde voortijdig vanwege de gezondheidsproblemen van de pasgeboren zoon van Schouten. “Het zou supermooi voor de sport zijn geweest als de ploeg er was gekomen. Ik had er ontzettend veel zin in, alle meiden waren enthousiast. Net toen ik mijn familie en vrienden over mijn overgang wilde inlichten, hoorde ik dat het was afgeblazen. Gezien de reden vond ik dat logisch, maar we zaten wel allemaal plotseling zonder team.”
Dat maakte de situatie van Snoek er extra gecompliceerd door. Zij had immers even ervoor bedankt voor een langer verblijf bij de formatie van Vreugdenhil Dairy Foods, wat ook haar werkgever is. “Ik ben een type dat van dit soort dingen kan wakker liggen. De beslissing te nemen om de mannen van Vreugdenhil te verlaten, was al zwaar voor me. Ik belde Sicco Roukema (directeur productkwaliteit bij het bedrijf en teamvertegenwoordiger, red.) met tranen in m’n ogen op om te vertellen dat ik zou overstappen. Of beter, Sicco benaderde me op een gegeven moment zelf omdat hij niet langer kon wachten met de samenstelling van het team. ‘Je weet al wat je gaat doen hè, maar je durft het niet te zeggen’, sprak hij. Dat was wel waar, ja.”
Dat hoge woord kon ze dus in een mum van tijd weer inslikken. Geen ploeg-Schouten, dat was een met-de-handen-in-het-haar momentje. “Toch heb ik er niet veel stress van gehad, omdat heel veel teams direct wilden meedenken over oplossingen. Iedereen vond het vervelend voor ons (behalve Snoek zouden Jet Fransen en Femke Mossinkoff onderdeel zijn van het gezelschap, red.). Edward van Dijk van Okay maakte er echt werk van, en zie: nu hebben we weer een prachtig team voor komend seizoen.” Voor de volledigheid, met Fransen, Evi Gelling en Sophie Kraaijeveld (beiden van Turner), en Gerwin Smit als trainer.
Maar die voet van Snoek, hoe is het daar nou mee? Dat was onlangs de vraag op de teampresentatie in Scharsterbrug waar een van de vestigingen van Vreugdenhil is gevestigd. Snoek lacht, zoals ze vrijwel altijd doet. “Ja, goed, naar omstandigheden”, klonk er opgewekt. “De sportarts, de fysio en mijn eigen trainer Bouke Gerritsma hebben zo goed geholpen bij de revalidatie. Sinds 18 augustus ben ik weer volledig aangesloten bij de rest van de ploeg, trainend op de schema's van Gerwin en Bart de Vries. Alleen…”, en daar rezen plotseling weer wat twijfels, “ik weet niet of ik er op 18 oktober in Amsterdam weer sta zoals ik dat wil. Ik schaats alweer. Dat gaat oké. Het was wennen. Maar weet je, ik vind alles geweldig. Elke training is een feest, ik geniet van alles, want ik weet inmiddels: ik mag sporten en het is niet meer moeten. Mijn beleving is heel anders dan een jaar geleden.”
Neemt niet weg dat Tessa Snoek straks weer wordt nagewezen als de winnaar van de Alternatieve Elfstedentocht, of de ambassadeur van de Vier van Noord-Holland. Een atleet met een reputatie. “Ik heb drie heel sterke vrouwen naast me in deze ploeg en daarom heb ik er alle vertrouwen in. Zij kunnen net zo goed winnen en als ik daarbij kan assisteren, is dat minstens zo mooi. Ik ben niet degene die moet winnen; nee, we willen wedstrijden winnen als team!”