Ter Mors liet zondag op de 1000 meter zien te hebben geleerd van haar schaatsseizoen. Meerdere keren lag ze dit jaar op medaillekoers in de wereldbeker. Net zo vaak stond ze daarna met lege handen. Want bij Ter Mors is het vaak alles of niets. En die gretigheid eindigde in valpartijen op cruciale momenten.
In de finale van de 1000 meter wilde Ter Mors absoluut de koppositie pakken. Het leverde direct een gevecht op bij het begin van de race, maar de Nederlandse trok aan het langste eind. Toen drievoudig Olympisch kampioene Meng Wang passeerde kon ze haar karretje mooi aanhaken. “Ik heb nog een moment getwijfeld of ik Wang zou inhalen, maar het hele seizoen schoot door mijn hoofd. Ik dacht ‘doe geen gekke dingen’, gewoon het zilver veilig stellen.”
Die plak won ze eigenlijk al in de eerste ronde. Achter Wang zat Ter Mors ideaal. “Een kwestie van zo rot mogelijke lijnen rijden om de rest te fucken.” Daarmee hield ze ook de winnares van de wereldbeker achter zich. Elise Christie zette wel de aanval in, maar wist niet te passeren. Haar restte het brons.
Voor Ter Mors, die het dit kampioenschap mentaal moeilijk had door haar zieke vader thuis, vielen zondag alle puzzelstukjes op haar plaats. “Ik ben blij dat ik me heb kunnen herpakken”, aldus Ter Mors. “De eerste ritten liepen lekker, technisch goed. Dat geeft vertrouwen. Je voelt je sterk en dan krijg je controle.”
Voor Ter Mors is haar WK-medaille een bevestiging. “Ik heb eindelijk kunnen laten zien wat ik waard ben”, aldus de drievoudig Nederlands kampioene. “Dit is een hele bijzondere.”