Met de opgave die Ter Mors zichzelf gesteld heeft, is ze bij bondscoach Jeroen Otter in goede handen. Otter bewandelde die weg al eens met Haralds Silovs. Vier jaar gelden schaatste de Let in Vancouver op dezelfde dag de vijf kilometer op de langebaan, om later op de dag als tiende te eindigen op de 1500 meter shorttrack. Hij was de eerste sporter die tijdens één winterspelen op beide disciplines in actie kwam.

Ter Mors zal in Sotsji niet hoeven te dubbelen, maar heeft met zeven afstanden verdeeld over negen competitiedagen in twee weken wel een druk programma af te werken. De 23-jarige Twentse mikt bij de Olympische Spelen op alle individuele shorttrackafstanden (500, 1000 en 1500 meter) en de aflossing. Voor de langebaan heeft ze haar oog laten vallen op de 1500, 3000 meter en de ploegenachtervolging.

“Ik denk dat het prima te doen is”, stelt Ter Mors. “Het shorttrackprogramma is sowieso al vol, dus ik denk niet dat die paar wedstrijden extra een dusdanige rol spelen.“ Voor Otter en zijn pupil is het puzzelen om alle trainingen in elkaar te laten vallen. “De hoofdzaak is shorttrack. Dat is waar ik mijn kracht uithaal en dat wil ik niet extreem veranderen”, aldus Ter Mors, die haar shorttracktrainingen aanvult met één of twee keer in de week schaatsen op de langebaan.

Voor de suggestie van buitenstaanders, zoals voetbaltrainer Ron Jans van PEC Zwolle onlangs, dat ze zou moeten overstappen naar het schaatsen, luistert de nuchtere Twentse niet. “Ik zou nooit volledig voor de langebaan gaan. Ik denk niet dat ik dat leuk zou vinden en zou het shorttrack te veel missen.”

Met het wisselen tussen beide sporten heeft de talentvolle atleet weinig moeite. Voor haar is het als het aanzetten van de juiste harde schijf, voordat ze het ijs opstapt. “Bij de Olympische Spelen is het niet anders dan nu. In de ochtend sta ik op het shorttrack, in de middag op de langebaan. Ik switch wel vaker binnen vierentwintig uur. Als je vertrouwen hebt in je eigen kunnen, dan is het geen probleem.”

Dit seizoen sluit het wedstrijdschema van beide schaatstakken vrij goed op elkaar aan. Toch zal Ter Mors slechts één internationale langebaanwedstrijd schaatsen, de wereldbeker in Berlijn eind november. Meer wedstrijden op de 400-meterbaan zou Ter Mors graag rijden, al was het alleen maar om meer ervaring op te doen. “Maar ik heb ik er simpelweg geen tijd voor. Ik moet het doen met wat ik heb.”

Eind december zal de Nederlands kampioene shorttrack en allround zich moeten kwalificeren op de langebaan. Dan worden in Thialf de Nederlandse tickets voor Sotsji verdeelt. Druk maakt ze zich er nog niet om, Ter Mors bekijkt het stap voor stap. “Geen idee hoe de regels precies zijn”, aldus Ter Mors. “Ik ga gewoon voor de winst en neem aan dat dat goed genoeg is voor plaatsing.”

Wat shorttrack betreft is Ter Mors al zo goed als zeker van haar tweede winterspelen. De Enschedese voldeed bij de eerste wereldbekers direct aan de nationale eisen voor uitzending naar Sotsji en hoeft de komende twee weekeinden bij de olympisch kwalificatietoernooien in Turijn en Kolomna er alleen nog voor te zorgen dat ze in het internationale veld een startplek binnenhaalt. Dat zou voor Ter Mors, die dit seizoen al brons won in de wereldbeker, geen probleem mogen zijn.