Dat twee maanden durende uitstapje in het baanwielrennen bekroonde ze met een drieweekse trip naar het Amerikaanse Trexlertown. Een tijd van trainen, maar ook van haar debuut in een baanwielrenwedstrijd.

"Het was een mooi avontuur. Ik heb goed kunnen trainen en mooie wedstrijden kunnen rijden", kijkt Ter Mors terug. "Het is even een andere wereld, andere mensen om je heen en andere gedachten. Op die manier kun je je opladen voor het nieuwe seizoen. Nieuwe prikkels, nieuwe ideeën. Dat is fijn."

Ter Mors liet tijdens de internationale wedstrijden op de Amerikaanse wielerbaan geen onderdeel links liggen. Ze stond aan de start van de sprint, keirin, scratch, puntenkoers, afvalkoers en de teamsprint. Op het sprintonderdeel wist ze zelfs een keer door te dringen tot de halve finale. Waar haar kracht ligt, kan ze na haar eerste wedstrijdervaringen nog niet zeggen. "Alles ging redelijk goed. Mijn basis was redelijk hoog, alleen je moet wel wat meer trainen wil je echt meedoen."

Dat Ter Mors veelzijdig is, bewees ze afgelopen winter al. Als shorttrackster beleefde ze haar grootste triomf door zich tot Europees kampioene te kronen, een maand later werd ze olympisch kampioen op de 1500 meter in die andere schaatsdiscipline. Bij het shorttrack greep ze in Sotsji maar net naast eremetaal. Op dezelfde Spelen succesvol zijn in beide schaatstakken, geen sporter ging haar voor.  

En als het aan wielercoach René Wolff ligt, breidt ze haar jachtterrein uit. Hij ziet in Ter Mors een groot baanwielrentalent. Het verbaast de 25-jarige Twentse niet. "Fysiek ben ik sterk en heb ik veel vermogen in mijn benen. Als je dat goed om kan zetten op de fiets, kan je ver komen. Ik mis alleen de techniek."

Plannen in die richting heeft Ter Mors voorlopig nog niet. Al had ze deze zomer graag nog eens in competitief verband willen uitkomen, maar dat zit er niet in. "Het is jammer dat het baanseizoen  precies gelijk loopt met het schaatsen. Anders had ik graag nog een wedstrijd meegepikt", aldus Ter Mors, die zich de komende jaren richt op het ijs. "Ik wil eerst nog een aantal jaar op hoog niveau schaatsen en mooie prijzen binnenhalen. Daarna zien we wel verder."

De hernieuwde kennismaking met de ijsbaan afgelopen woensdag in Thialf beviel Ter Mors goed. "Ik dacht wel even toen ik het ijs opstapte: wat heb ik dit gemist", lacht ze. Samen met Otter zal ze deze zomer werken aan haar vorm voor het schaatsseizoen, maar het baanwielrennen blijft een plaatsje houden in haar trainingsprogramma. Vooral omdat ze er zoveel plezier in heeft.

"Ik ben ook benieuwd hoe het fysiek gaat uitpakken", aldus Ter Mors, die bij de sprintploeg van de Duitser Wolff voor het eerst als een sprinter trainde. "De sprint is natuurlijk niet mijn beste afstand, dus ik hoop daarop te kunnen verbeteren. Ik hoop dat ik er extra vermogen uit kan halen en dat ik dat straks op het ijs ook kwijt kan."