Bij de laatste wereldbeker in Moskou vorige week eindige ze als vijfde op de 500 meter. De beste van de rest, maar geen finaleplaats en daar is het bij shorttrack om te doen. "Het valt elke keer net niet de goede kant op", aldus Ter Mors. "Dan moet het dit weekend maar gebeuren."
"Het blijft een tactische sport, soms moet je een beetje geluk hebben. Het niveau in de wereldtop is heel hoog. Er staan geregeld andere rijders in de finales", aldus Ter Mors, die dit seizoen op alle afstanden uit de voeten kan, zoals ze bewees met haar Nederlandse record van afgelopen weekeinde op de sprint (43,989 seconden).
De Twentse is daarmee in het bezit van alle nationale records bij de dames. "Het is leuk om te hebben. Het geeft aan dat je op dit moment de beste in Nederland bent, maar ik rij liever om wereldkampioen te worden of een wereldbeker te winnen", schat Ter Mors haar toptijden op waarde.
In Moskou won Elise Christie op indrukwekkende wijze de 1000 meter. De Britse ging van start tot finish aan de leiding en greep haar eerste gouden plak. Op vergelijkbare wijze pakte Ter Mors een week eerder de overwinning bij de Europese kampioenschappen op deze afstand.
"Als je Elise zo ziet winnen, dan besef je wel dat het ook in mijn mogelijkheden ligt om op die manier een wereldbeker te pakken", aldus de Nederlandse. "Een medaille is zo zeker mogelijk."
Het Europese zilver heeft Ter Mors zelfverzekerder gemaakt. Bovendien leert ze haar eigen capaciteiten steeds beter kennen. "Ik heb meer vertrouwen en kan ontspannen. Dat werkt positief uit in de races."
In haar wedstrijdbenadering is sinds het begin van het seizoen veel veranderd. "Eerder durfde ik niet te verliezen. Ik merk nu dat ik dat niet meer erg vind", aldus Ter Mors. "Door dat los te laten is er meer ruimte om te kunnen winnen."