De teleurstelling is groot, zegt Visser na afloop van haar 5 kilometer-race. Na haar zesde plek op de 3 kilometer hoopte ze stiekem dat ze goed genoeg zou zijn om op 'haar' 5 kilometer wél een ticket te bemachtigen voor de WK Afstanden, maar met een tijd van 6.59,15 moest ze het afleggen tegen Irene Schouten en Carlijn Achtereekte. Omdat op de langste afstand alleen de beste twee rijdsters naar het WK mogen, viel Visser met haar derde plek net buiten de boot. Het zorgde voor de nodige emoties bij de Beinsdorpse.
"Ik heb er wel even een traantje om gelaten", geeft ze toe. "Ik baal vooral omdat ik dacht dat ik de stijgende lijn te pakken had, maar dit weekend toch weer achterstevoren schaatste. Het was verkrampt, het liep niet soepel genoeg en ik kon de bochten niet uitversnellen. Er zat gewoon geen enkel sprankje Esmee in", aldus een bedroefde Visser, die zelfs heel even overwoog om de handdoek in de ring te gooien. "Ik vond het zo verschrikkelijk hoe ik aan het rondrijden was dat ik dacht: waarom doe ik dit nog? Maar ik kon het niet, uitstappen tijdens de race."
Grens
Hoe zuur de appel ook is waar ze doorheen moet bijten; voor Visser kwamen haar mindere prestaties van het afgelopen weekend niet geheel als een donderslag bij heldere hemel. De regerend Europees kampioene op de 3 kilometer kreeg aan het begin van deze winter te maken met fysieke problemen, doordat ze van haar lichaam allerlei signalen kreeg dat ze tijdens de trainingen de grens was overgegaan. "Mijn hoofd opereerde gescheiden van mijn lichaam. Als mijn hoofd zei: gas erop, dan deed ik dat", aldus Visser.
"Met corona, de stress en de onzekerheid die daarbij komen kijken, wilde ik me nog liever even testen op de fiets en maximaal gaan. Als je dat elke dag doet, is het op een gegeven moment klaar." Visser moest door de begeleiding van Team IKO worden 'bewaakt' en 'afgeremd', zodat ze niet nog ergere problemen zou krijgen. "Aan het begin van de winter stond ze er fysiek gezien heel slecht voor", stelt trainer Martin ten Hove. "Esmee is iemand die altijd de grens opzoekt en als je dan niet helemaal fit bent en een pittig schema hebt, kun je inderdaad over het randje gaan."
Volgens Ten Hove is haar status mede de oorzaak geweest dat Visser te veel wilde trainen. "Ze heeft de hele tijd het gevoel dat ze zich als olympisch kampioen moet bewijzen en dat ze net iets meer moet doen dan de anderen om te winnen. Soms is het juist goed om gas terug te nemen en met de beentjes op de bank liggen", geeft hij aan. De komende weken worden dan ook gebruikt om Visser aan te laten sterken. "Voor haar is het nu het belangrijkste dat ze weer op niveau komt. We zijn er nog altijd heilig van overtuigd dat ze olympisch kampioen kan worden, mits ze fysiek in orde is."
Visser is er ergens nog wel blij mee dat ze dit seizoen tegen de lamp is gelopen, in een seizoen dat er volgens haar minder toe doet. "In een olympisch seizoen wil je dit absoluut niet hebben en vorig jaar had ik dit ook niet gewild", vervolgt de Noord-Hollandse, die volgend seizoen met een schone lei aan het olympische seizoen hoopt te beginnen. "Alle lessen die ik dit seizoen heb geleerd, zullen niet voor niets zijn geweest. Ik denk dat ik er veel van kan leren en er uiteindelijk sterker uitkom."