Ergens in de loop van vorig seizoen vonden ze elkaar. Pieter Jan van Eck, Robert van Dalen, Dinant Nieuwkoop en de broers Jochem en Nick Uithoven sloegen de handen ineen en Team Brabant was geboren.
Inmiddels heeft de ploeg alles goed voor elkaar. Goede sponsors, een prima organisatie en een prettige sfeer. Alleen de prestaties ontbreken nog. "We begonnen de eerste wedstrijd in Amsterdam prima, precies zoals we wilden", meent Van Eck. "Daarna ging het minder. Pech, valpartijen, ziekte en blessures; het liep niet lekker."
De knop moet weer om, vult Van Dalen aan. "Zaterdag rijden we in Tilburg, dat is de hal waar we ook regelmatig trainen. We gaan daarvan genieten, maar we willen ook iets moois laten zien." Dat is de ploeg ook aan de achterban verplicht, vindt Van Eck. "In Tilburg hebben we onze sponsors uitgenodigd, staan vrienden en familie langs de kant en dan moeten wij zorgen dat er ook op het ijs iets gebeurt."
Zorgen maakt Van Eck zich nog niet. Daar is ook geen reden toe, vindt hij. "We hebben iets op poten gezet en dat moet nu gaan groeien. Kijk eens naar de ontwikkeling van een grote ploeg als BAM. Die stond er ook niet meteen in het eerste seizoen al. Dat heeft tijd nodig."
Maar al te veel excuses mogen er ook niet zijn, vindt de man die nog altijd in de boeken staat als jongste winnaar op het hoogste niveau. "We zijn niet de plaatselijke voetbalclub, we zijn een landelijke ploeg die topsport bedrijft. Dan ben je ook aan je sponsors verplicht iets te laten zien."
Hij vergelijkt de ploeg met een bloemetje. "Dat begint klein en groeit. We zijn nu de organisatie aan het neerzetten en willen dan op termijn uitgroeien naar een topploeg in het peloton."
En allemaal zijn ze blij met de stap die ze hebben gezet. Van Dalen: "Dat het nu nog niet helemaal zo loopt als we willen, is ook geen ramp. Het zal voor niemand een geheim zijn dat onze ploeg vooral is ingericht op natuurijs. Het kan ons niet snel genoeg gaan vriezen."
Van Eck zet bovendien de verhoudingen in het peloton ook graag even in het juiste perspectief. "Het is dan wel topsport, maar toch hebben wij er allemaal nog een volledige werkweek naast en benutten we al onze vrije tijd voor de sport. Voor een deel van het peloton is de sport hun werk. Daarnaast is het niveau in het peloton enorm gestegen. Het is niet overdreven te zeggen dat onze tegenstanders wereldtoppers zijn op de langebaan. En dan komt af en toe ook iemand als Koen Verweij nog even langs. Prima hoor, en goed voor de marathonsport. Het is alleen moeilijk dan meteen topprestaties te verlangen. Maar die moeten er op termijn wel komen."