Min-Sun Kim begon vorig seizoen in de B-groepen van de 500 en de 1000 meter, dwong een plek in de A-groep af halverwege de winter en eindigde op de olympische 500 meter als zevende. Inmiddels heerst Kim op de 500 meter. Want na haar overwinning in Stavanger was ze ook de beste in Thialf. Met 37,21 was ze bijna drie tienden sneller dan Vanessa Herzog (37,48). “Mijn start was niet zo best, maar het was een goede race,” klonk een tevreden, doch kritische Kim.
Voor de Koreaanse was Lee Sang-Hwa een groot voorbeeld als kind, die twee gouden medailles op de Winterspelen won. Bovendien verbeterde de oud-schaatsster meerdere malen het wereldrecord, werd ze driemaal wereldkampioene op de 500 meter en één keer de beste van de wereld op de sprint. “Het is moeilijk om net zo lang als zij aan de top te blijven, je moet er hard voor willen werken.”
Voor Kim is het dus nog een lange weg te gaan om dezelfde status te bereiken als haar voorbeeld. Op 17-jarige stond ze al aan de start van de Spelen, maar nu op 23-jarige leeftijd lijkt ze definitief door te breken.
De nummer twee van de 500 meter, Vanessa Herzog, was al eens wereldkampioene op die afstand, maar kende afgelopen seizoen een mindere winter. “Ik was bijna het gehele jaar geblesseerd, ik had twee hernia’s, waardoor ik niet zoveel kon trainen.” Na twee jaar onderdeel geweest te zijn van Reggeborgh, koos ze vorig jaar voor haar eigen pad.
Nu is Herzog onderdeel van het nieuwe internationale collectief Novus. Rondom de wedstrijden trainen de schaatsers samen, maar de Oostenrijkse traint ook veel in haar thuisland onder begeleiding van haar man Thomas Herzog. “Soms mis ik mijn trainingsbuddies wel. Het is fijn om met deze sprinters en middellangeafstand schaatsers te kunnen sparren. We zien elkaar bij de trainingskampen en tijdens de World Cups zie ik ze vaker dan mijn eigen familie.”
Net als vorige week pakte Jutta Leerdam een medaille op de 500 meter (37,51). Marrit Fledderus (5), Femke Kok (6), Dione Voskamp (9) en Michelle de Jong (11) waren de andere Nederlandse die de sprintafstand reden.