In Hamar pakt Miho Takagi haar eerste wereldbekerzege over 1000 meter van dit seizoen. Voor Femke Kok is het haar laatste afstand voordat de focus verschuift naar rust en taperen richting het Staatsloterij Olympisch Kwalificatietoernooi. De Nederlandse eindigt als tweede en is tevreden, maar mist de coördinatie van een dag eerder.
De vierde World Cup in Noorwegen verloopt op de 1000 meter voor vrouwen zonder grote verrassingen. Jutta Leerdam ontbreekt vanwege haar voorbereiding op het OKT, waardoor de aandacht zich verplaatst naar vooral Takagi en Kok. De Japanse zet in de zevende rit al een sterke tijd neer, die ze in de resterende paren niet meer verbeterd ziet worden.
Takagi opent met 17,8, op dat moment veruit de snelste opening van de dag. In de slotronde heeft ze een krappe, maar voordelige kruising en finisht ze in 1.14,39. Daarmee rijdt Takagi de vierde tijd ooit op de baan van Hamar en wint ze voor de dertiende keer in haar carrière een wereldbeker 1000 meter.
Femke Kok verschijnt direct na Takagi aan de start en weet dus exact welke tijd er nodig is. Haar race begint echter niet vlekkeloos. Bij de start heeft ze een klein moment van onrust, waarbij ze even lijkt weg te glijden. Ze herstelt zich snel en opent alsnog sterk in 17,6. Met 27,1 rijdt ze een solide eerste ronde, ontspannen en grotendeels met de armen op de rug. Toch moet Kok in de slotronde tijd toegeven ten opzichte van Takagi en komt ze uit op een eindtijd van 1.14,73, goed voor de tweede plaats.
Na afloop is ze tevreden, maar ook kritisch. “Ik kwam er vanaf het begin niet echt heel lekker in”, zegt Kok bij de NOS. “Vandaag had ik niet die scherpte en power die ik gisteren wel had.” Een dag eerder won ze de 500 meter, een afstand waarop ze dit seizoen onverslaanbaar lijkt.
Volgens Kok speelt nu de vermoeidheid mee. “Dan merk je dat je niet makkelijk door kan rijden en je slag kan pakken.” Ze wijst daarbij ook op het verschil tussen beide afstanden. “Een 500 rij ik anders dan een 1000. Op een 1000 meter moet je het natuurlijk ook volhouden en goed blijven schaatsen. En ik merkte dat ik vandaag die coördinatie niet had.”
Achter Takagi en Kok pakt Marrit Fledderus het brons. Zij klokt 1.15,39 en eindigt als derde. Brittany Bowe komt opnieuw net tekort voor het podium en wordt vierde. Suzanne Schulting eindigt met 1.16,94 als achttiende en Isabel Grevelt volgt met 1.17,16 als negentiende.
Voor Kok ligt de focus nu volledig op de komende weken. Ze reist terug naar huis met het oog op het OKT, waarbij gezond blijven een van de prioriteiten is. In het vliegtuig draagt ze waarschijnlijk een mondkapje en ook de handen worden aan de lopende band ontsmet. En verder? “Gewoon even trainen en een beetje uitrusten, lekker toch?", zegt ze met glimlach.
Bekijk hier alle uitslagen en lotingen van de vierde World Cup in Hamar.
