Vanuit het perspectief van de sporter had Jaap natuurlijk gelijk. De sporter gelooft in extremen. Zo dacht ik decennia geleden dat ieder weekend zo’n decisive moment in mijn leven was.  Ieder weekend moest je bewijzen dat je goed was, ook in een trainingswedstrijd moest de doelstelling gerealiseerd worden. In dat kader zijn vragen op zijn plaats of de 3.44.88 van Sven Kramer vorige week van enige betekenis was en was de 6.23.05 van afgelopen zaterdag nu goed of slecht?

Voor een sporter zijn eigenlijk alleen de afstanden op een Olympische spelen de decivise moments in history. Nog mooier: het resultaat telt niet eens. De Wissel van Sven in  Vancouver heeft zijn leven meer richting gegeven dan het goud op de 5000 meter. Toch kunnen sporters het niet laten om iedere week te denken dat er meer momenten zijn waar de absolute waarheid aan de oppervlakte komt. Ze rijgen de decivise moments aan elkaar, terwijl ieder mens, ook sporters slechts een paar decivise moments kent in zijn leven. Vraag het ze. Je krijgt antwoorden als: bruiloft, dood van een geliefde, een gouden medaille, een ongeluk, etc.

Decennia vanaf vandaag zal Sven erachter komen dat juist de talloze indecisive moments bepalen hoe zijn schaatscarrière verder gaat verlopen. Juist deze onbepaalde momenten en onduidelijke situaties vormen een schaatscarrière. Wat zie je als je naar buiten kijkt, hoe voelt de kou van de buitenlucht op je wangen, welke vogels hoor je zingen, wat gebeurt er met je rechterarmzwaai als je die bocht nu eens niet extra aanzet?

Zoals Jaap zijn schaatsers bezig met die ene ultieme, bijzondere, ongeëvenaarde ervaring tussen start en finish, die paar minuten in het weekend. Terwijl juist de focus verleggen naar die talloze indecisive moments de schaatscarrière vooruit zou helpen.

(Ter inspiratie check de fotograaf/schilder Saul Leiter, nu in het Joods Historisch Museum in Amsterdam. Hij is expert in het fotograferen van zogenaamde indecisive moments )