Goud kietelt altijd het ego, en in het geval van de 21-jarige Roes doet de hoofdprijs die hij afgelopen zondag behaalde met de aflossingsploeg veel deugd. Hij reed handig, was snel, plus: hij haalde enkele manoeuvres uit waarmee hij Oranje op de juiste momenten in een goede en tenslotte winnende positie bracht.

“Het ging lekker, ik kijk er tevreden op terug”, beaamt de hardrijder, net nadat hij een van de hectische momenten nog even kort heeft gereconstrueerd om aan te geven hoe hij de wedstrijd heeft beleefd. “Ik werd geduwd door Jens van ’t Wout en op dat moment viel er een Chinees voor me. 'Oei, oei, oei', dacht ik toen ik hem nipt buitenom kon ontwijken. Mijn snelheid was zo hoog dat ik meteen erna de Italiaan voor me binnendoor kon passeren en zo direct weer aansluiting had met Korea en Hongarije. Mooi om uiteindelijk te winnen.”

Pratend als een routinier is Roes in werkelijkheid een frisse, nieuwe loot aan de stam van de nationale selectie die afgelopen seizoen wat tegenviel, na een jaar dat hem een Nederlandse titel bracht. Ook in die jaargang (2020) maakte hij twee keer deel uit van de vaderlandse trein, destijds als lid van RTC Noord (Wadro), en mocht hij ruiken aan het topniveau. “Toen deed ik mee met het idee ‘we zien wel waar het schip strandt’. Nu is er meer ervaring en wil ik groeien in mijn rol, om uiteindelijk standaard tot het relayteam van Nederland te behoren. Ik denk dat ik dat kan, want ik ben conditioneel sterk wat me in staat stelt in de finale nog steeds flink te ‘gassen’ om zo belangrijk te zijn.”

Of hij in de multifunctionele Nippon Gaishi Arena van Nagoya zo meteen weer een van de vier is op het teamonderdeel, moet-ie afwachten. Meestal geeft bondscoach Jeroen Otter pas op de wedstrijddag zijn selectie prijs. Roes staat vooralsnog alleen in de planning voor de 1500 meter, zijn favoriete afstand. De kleine 2,5 minuut die de mijl in beslag neemt, leent zich perfect voor zijn grote vaardigheid: als een raket buitenom langs iedereen blazen. Het was volgens Sjinkie Knegt, de Godfather van het Nederlandse shorttrack, ‘het enige kunstje’ dat Roes beheerste, ten tijde dat hij voor het eerst zijn opwachting maakte bij Oranje. “Op de 1000 in Beijing ben ik het voorbije weekend wel een paar keer tijdens de heats via de binnenkant gegaan, maar donderdag en daarna wil het toch ook opnieuw buitenom proberen, met veel snelheid.”

’t Zou een extra dimensie geven mocht Roes dan toevallig in een race op Yoon-Gy Kwak stuiten, een Koreaan van wie hij redelijk idolaat is. Puur uit bewondering voor diens fenomenale kwaliteiten liet hij zich al in 2012 als klein ventje fotograferen met de Aziaat; datzelfde gebeurde vier jaar na dato opnieuw, toen Roes hem toevallig ontmoette bij een sponsormeeting van Samsung. “In Beijing was het wederom de bedoeling samen een plaatje te schieten”, bekent Roes. “Door alle drukte in zo’n World Cup-weekend is het er niet van gekomen. Dat wordt dan nu maar een doel. Oh ja, en uiteraard hem en alle Koreanen ook verslaan.”

Ja, naast het vlammen op de 1500 meter, en hopelijk de relays.