In Earnewâld worden de Friezen weer uit hun winterslaap gewekt. Earnewâld, zoals het dorpje eigenlijk heet, is een watersportoord. Aan de boorden van het meer liggen bootjes en steigers, en is er zelfs een heus tankstation voor de pleziervaartuigen die in de zomermaanden over de meren dwalen en daarbij Earnewâld niet over het hoofd zien. En in de winter, dan slaapt het dorp. "We zijn al dertien jaar niet in de winter open geweest", verzucht een medewerkster van het eetcafé Westersail. Dat klopt feilloos. Want dertien jaar geleden reden er voor het laatst marathonschaatsers voor de deur. De laatste winnaar? Hans Pieterse.
Zijn naam prijkt ook onderaan het lijstje op het oude bord. De andere namen spreken boekdelen en maken duidelijk dat Earnewâld een rijke historie heeft in het marathonschaatsen. Jeen Wester, de lokale held, was de eerste. Hij woont nog altijd in het dorp en is aandachtig toeschouwer aan de rand van het parkoers. Dries van Wijhe staat er natuurlijk ook bij, net als Johan Wardenier, Hilbert van der Duim, Yep Kramer, Henk Angenent en de beide Heemskerkse cracks Jos Niesten en Bert Verduin. En nu dan Stroetinga, als eerste en hopelijk niet laatste van een nieuwe lichting marathonschaatsers.
"Hartstikke mooi natuurlijk", vond Stroetinga zelf. "Als je dat rijtje ziet, is het geweldig dat je daar nu ook bij hoort. Ik vond het sowieso fantastisch om zo dicht bij huis op natuurijs te kunnen rijden. En om hier in Friesland te winnen, dat is helemaal mooi."
Verrassend is een overwinning van Stroetinga momenteel nauwelijks te noemen. De automonteur steekt in fantastische vorm en etaleerde die achtereenvolgens in Amsterdam, het NK in Utrecht en nu dan Earnewâld. "Tja, het gaat lekker", erkende de Fries met gevoel voor understatement. "Ik voel me momenteel gewoon erg goed, en dat is terug te zien in de wedstrijden. We hebben steeds een piek gepland rond het NK op kunstijs en dat is gelukt. Maar nu komen er opeens in die periode allemaal natuurijsraces bij, en dan profiteer je ook nog van die goede vorm."
Stroetinga toonde zich bovendien opnieuw van een andere kant dan het grote publiek kent. Voor velen is hij nog steeds de sprinter die pas in de laatste meters zijn neus tegen het venster drukt. Dat doet hij nog met regelmaat, maar de kwaliteiten van Stroetinga gaan inmiddels verder. Dat liet hij zien met zijn indrukwekkende jump in het NK op het Belterwiede, maar ook nu in Earnewâld. Stroetinga vormde met Bart de Vries, Crispijn Ariëns en Douwe de Vries een kopgroep en verzaakte daarin geen moment.
"We zijn met vier heel hard doorgereden", stelde Crispijn Ariëns, die met ploeggenoot Bart de Vries tot het kwartet behoorde. Voor die twee was de noodzaak tot doorrijden ook het grootst. "Als we achterom keken, zagen we steeds mensen van BAM die aan het jagen waren. We hadden er geen enkel belang bij dat die bij ons zouden komen."
Ariëns had de klassieker op het Friese meer – waar het rondje overigens nog niet eens drie kilometer lang was – graag afgesloten met een overwinning voor zijn ploeg, net als trouwens de sterke Douwe de Vries. "Maar je weet dat het moeilijk wordt met Stroetinga bij je. We hebben het geprobeerd, maar het lukte niet hem kwijt te raken. Zelfs in de laatste meters lukte het niet. Jammer, want het was mooi geweest als ons werk hier een zege had opgeleverd", stelde Ariëns.
"Ze hebben het geprobeerd, maar ik kon eigenlijk alles redelijk makkelijk weer terugrijden", vertelde Stroetinga. "En ik had nog genoeg over om de finale zelf weg te rijden." Alleen over de streep komen is ongebruikelijk voor Stroetinga. "Maar wel mooi."
Net zo mooi als zijn naam op dat bord, tussen al die grootheden waartoe hij inmiddels zelf ook behoort.
De complete uitslag vindt u hier.