Verrassend was de vierde plek van Koen Verweij. De langebaanschaatser van team Hart, in de marathon aangesloten bij Equipe Renault, werd door zijn nieuwbakken ploegmakkers prima ondersteund en had lang uitzicht op een podiumplek. Maar de Noord-Hollander moest aan den lijve ondervinden dat de ijsvloeren van de marathonmannen heel wat minder gepolijst zijn dan wat hij gewend is. "Dit had hem echt kunnen worden", foeterde Verweij. "Ik sneed op een goede positie de bocht in, maar kwam terecht in een slecht stuk. Het volgende moment hing ik bijna in de boarding. Echt balen."
Feit blijft dat Verweij het prima naar zijn zin heeft op de marathon. "Het gaat lekker. Dit is ook hartstikke mooie sport." Hij moest de vorige wedstrijd in Den Haag bekopen met een flink vermoeid lijf de volgende dag. Maar desondanks zag Verweij er zelfs geen probleem in te starten in Haarlem terwijl hij een dag later een vijf kilometer moet afwerken. "Zondag start ik in Assen voor de vijf kilometer van de Holland Cup, om me uiteindelijk te kunnen plaatsen voor de tweede serie van de wereldbeker."
Onder zijn tegenstanders daar ook weer Arjan Stroetinga. Want ook de BAM-rijder lonkt nog nadrukkelijk naar de langebaan. "Dat hoort ook bij de filosofie van de ploeg, bij de weg die twee jaar geleden zijn ingeslagen", vertelde Stroetinga. Een filosofie die dezelfde dag leidde tot de eerste internationale overwinning van Jorrit Bergsma in de wereldbeker. Stroetinga zorgde dus op de marathon voor het tweede succes van de dag. "Die marathons, dat is iets waar ik me niet speciaal op hoef te richten. Daar train ik het hele jaar voor. En eigenlijk hoeven we voor die vijf kilometer niet heel veel anders te doen."
Stroetinga heeft volgens Anema een uitstekende vijf kilometer in de benen, waarmee hij niet eens onder hoeft te doen voor de toppers van de ploeg. De automonteur schiet in de lach. "Ja, misschien wel. Maar het zou leuk zijn als dat er dan ook eens uit kwam. Hopelijk lukt het in Assen. Ik wil me in ieder geval graag plaatsen om eind december een gooi te kunnen doen naar de World Cup plaatsen."
De winnende sprint van Stroetinga kwam na een wedstrijd die het aanzien waard was, en waarin hij zelf ook een prominente rol speelde. De Fries maakte namelijk deel uit van de vijf man tellende kopgroep die heel lang op jacht was naar een ronde voorsprong. Met Joost Juffermans, Ingmar Berga, Crispijn Ariëns en Sandor Stuut nam Stroetinga meer dan een halve baan voorsprong. Ze kregen zelfs de staart van het peloton in zicht, maar uiteindelijk strandde de poging. De vele toeschouwers die waren afgekomen op de eerste wedstrijd in Haarlem sinds jaren kregen in ieder geval wel waar voor hun geld.
Ze zagen ook hoe Rob Hadders op vijf ronden van het einde tegen het ijs ging. De klassementsleider hief vertwijfeld de handen ten hemel, en wist meteen dat hij aansluiting bij het peloton en daarmee het vergaren van punten in de massasprint meteen kon vergeten. Hadders behield wel de leiding in de strijd om het oranje pak, maar hij zag Ralf Zwitser tot op drie punten naderen.