Grote fouten had Stroetinga niet gemaakt. Hij had een klein missertje in de laatste bocht en liet in de voorlaatste bocht een tegenstander passeren toen dat niet goed uitkwam, maar echt bepalend voor het eindresultaat was dat niet. De sprint was zuiver. “Hij was sneller dan ik vandaag.”

De Fries wist maar al te goed dat hij Lee in de gaten moest houden. De Zuid-Koreaan is een specialist op het onderdeel. “Vorig jaar was hij heel sterk in de World Cups en dit jaar liet hij het expres een beetje lopen”, zei Stroetinga. Dat was tactiek. “Ik wist dat hij alles hierop zou zetten.”

Na het goud van vorig jaar is het zilver voor de Fries, die zaterdag de team pursuit won, geen bijzondere prijs. “Ik ga met goud en zilver naar huis. Dat is niet slecht, maar hier ben ik niet voor gekomen.”

Bij de dames viel de uitslag van de massastart helemaal tegen. Zoals Stroetinga bij de heren favoriet was, gold dat bij de dames voor Irene Schouten. In de eindsprint leek het podium nog tot de mogelijkheden te behoren, maar ze kwam als vierde over de streep. Omdat ze geen punten in de tussensprints veroverd had werd Schouten teleurstellend tiende.

Janneke Ensing, die zevende werd, probeerde in de chaotische koers Schouten zo goed mogelijk van dienst te zijn, maar dat viel niet mee. “Het was vrij chaotisch, niet te geloven”, vertelde ze. Het slechte ijs na de mannenkoers zorgde voor valpartijen en nervositeit in het peloton.

Bovendien leek iedereen de wedstrijd op Schouten af te stemmen en dromden alle dames steeds samen. Martina Sablikova, die normaal regelmatig ten aanval trekt, ontbrak in de wedstrijd. De enige die een demarrage plaatste was Claudia Pechstein.

Met die aanval kwamen de Nederlandse dames in een lastig parket, vertelde Ensing. “Ik zat achter Irene om haar te beschermen. Ik heb drie ronden lang de mensen weg kunnen beuken, maar toen kwam Irene zelf op kop en ging Pechstein in de aanval. Toen moest ik het dichtrijden.”

Terwijl Ensing het peloton terugbracht naar de Duitse had Schouten geen rugdekking meer. Dat zou normaal geen probleem moeten zijn, maar in de aanloop naar de sprint kwam ze toch in de verdrukking. “Ik kan er niet precies de vinger op leggen”, zei Ensing. “Normaal is ze sterk en snel genoeg om zichzelf daaruit te redden.”

Haar kopvrouw had zich laten verrassen door Blondin die al vroeg de spurt aanging. “Irene ging zelf net te laat en miste daardoor de aansluiting.” Zo kon Schouten net als Stroetinga haar wereldtitel niet prolongeren en had ze zelfs geen medaille om zich te troosten.