Nog niet erg gewend aan zaken als contracten of aanpassingen in een overeenkomst, keek de kerel uit Lopik kortgeleden raar op, toen de teamleiding hem uitnodigde voor een gesprek over de toekomst. Hij had een verbintenis met de ploeg van de broers Ten Hove tot na de olympisch seizoen en ging er vanuit dat onderhandelingen later zouden volgen. “Totdat duidelijk werd dat er nu al werk van werd gemaakt en daar was ik erg blij mee. Het geeft veel vertrouwen om gewaardeerd te worden”, zegt Van de Bunt die heel vroeg in het seizoen bij de pinken was. Na twee trainingswedstrijden (drie en vijf kilometer) en een 1500 meter in de IJsselcup baarde hij opzien door tijdens het World Cup Kwalificatietoernooi negen seconden af te rijden van zijn persoonlijke toptijd op de vijf kilometer (6.18,66). In het geweld van de vaderlandse top moest hij nog zeven man voor laten gaan, maar de ijzersterke prestatie van de tweedejaarsprof bleef niet onopgemerkt.

“Die tijd kwam een beetje onverwacht, al wist ik dat ik afgelopen seizoen behoorlijk veel vooruitgang had geboekt. Ik hield het echter niet voor mogelijk dat ik tot zo’n resultaat zou kunnen komen. Toen ik de finishlijn passeerde, heb ik met verbazing zitten kijken naar de klok. Uit die 6.18 haalde ik de rest van het jaar veel vertrouwen; per slot van rekening is het WCKT een belangrijk meetmoment voor iedereen. Ik had niet verwacht dat ik me zou plaatsen voor de wereldbekers: daar bleef ik in mijn eerste winter zo ver van verwijderd dat het niet realistisch zou zijn te denken dat het deze keer wel zou lukken”, aldus Stijn, voor wie de focus ligt op de vijf en tien kilometer.

Martin ten Hove is blij met de 6.18 van Stijn van de Bunt
De lach op het gezicht van Martin ten Hove vertelt hoeveel plezier de tijd van Stijn op de vijf kilometer tijdens het WCKT hem doet. | Foto: Neeke Smit

Als allrounder komt hij te veel tekort op de 500 en 1500 meter om een rol van betekenis te kunnen spelen in een algemeen klassement. “Ik kan er veel tijd in stoppen om te verbeteren en dan een paar stapjes vooruit maken op de ranglijst. Liever niet; bovendien spreken sprinttrainingen mij ook niet zoveel aan. Gelukkig ziet de ploegleiding dat ook. Het is leuk dat er op deze afstand veel Nederlanders zijn die aan elkaar zijn gewaagd. Tjerk de Boer, Jasper Krommenhoek, Remco Stam en ik zijn allen min of meer van dezelfde leeftijd en maken op dit moment in ons leven nog grote stappen. Ik denk dat het komende winter heel dicht bij elkaar zal zitten.”

En hopelijk overleeft Van de Bunt in de kwalificatieraces de schifting voor de internationale toernooien. “De World Cup bereiken is een van de doelen. Daarnaast is het van belang dat ik me blijf verbeteren. Dat telt nog zwaarder.” De Winterspelen van Milaan? Het is misschien een stille wens; zeker geen streven, wetend dat het gevecht met de matrix (het selectie-instrument om na het Olympisch kwalificatietoernooi tot de ploeg te komen) klasseringen vereist waar hij nog niet aan toe is. “Het zou heel mooi zijn en natuurlijk wil ik best meedoen aan de Spelen. Als dat niet lukt, is mijn seizoen heus niet verloren hoor.”