Het is de bedoeling dat het centrum, waar de beste talenten uit de regio een uniform opleidingstraject wordt aangeboden op zowel sportief als maatschappelijk vlak, in Enschede gevestigd wordt.

"Vrijwel alles wat nodig is voor een RTC is daar aanwezig: een snelle ijsbaan, een fantastisch sportcentrum van de universiteit met een medische afdeling en een snelle skeelerbaan in Hengelo. En natuurlijk alle vormen van onderwijs, want wij willen alle talenten uit onze gewesten in de regio houden. Oost Nederland heeft al vele toppers voortgebracht en op deze manier willen we dat continueren", zegt Oosterhuis in een persbericht. 

Enschede ligt geografisch gezien niet centraal in de regio, maar dat ziet Borst niet als een belemmering. "Als je ziet wat hier allemaal  voorhanden is aan faciliteiten, dan is dit de beste keus en dat wordt onderschreven door beide gewesten."

Het is de bedoeling dat het RTC in september 2015 geheel operationeel is. "Op zich zouden we meteen kunnen beginnen. Om echter de combinatie met school goed te regelen, gaan we er van uit, dat volgend schooljaar alles zodanig staat, dat de rijders twee keer per dag kunnen trainen. Door tussen de trainingen de opleiding te plannen, hebben de rijders de avonden vrij voor hun huiswerk en rust. Dat levert heel veel winst op ten opzichte van de huidige situatie", verklaart Borst.

Ondanks de ondertekening van de statuten is de komst van het RTC in Enschede nog niet helemaal zeker. "Zij hebben een plan ingediend om door de KNSB geaccrediteerd te worden als officieel RTC. Maar zover is het nog niet, want dit plan moet eerst nog getoetst worden of het aan de door de KNSB gestelde voorwaarden voldoet. Net zoals dat voor andere regio's geldt", aldus Emiel Kluin, die binnen de bond de implementatie van de RTC's begeleidt. Kluin benadrukt daarnaast wel dat men positief staat tegenover het initiatief van de gewesten. "Dit is een mooie stap naar talentontwikkeling in het oosten van het land."

De KNSB zal begin 2015 bekend maken welk RTC of welke RTC's officieel worden toegevoegd aan Groningen en Haarlem, die beide al geaccrediteerd zijn.