Pech wil Michel Mulder het niet noemen. “Je bent er nog altijd zelf bij.” Toch wist hij direct na zijn race niet precies wat er verkeerd ging. “Ik stond perfect, hoor. De eerste stap was ook goed. En toen ging het zo snel. Voor ik het wist, lag ik.”

Die ervaring had Otterspeer niet. Hij wist precies waar het verkeerd ging. “Ik gleed gewoon weg met rechts en toen kreeg ik links niet voldoende opgetild.”

De start op de 500 meter is van groot belang. Eén misser en de rit is eigenlijk al vergooid. Sprinters trainen er daarom veel en vaak op. “Tijdens je training denk je erover na, maar een wedstrijdstart gaat op de automatische piloot”, legt Mulder uit.

Mocht een schaatser bij het inzakken voor de start het idee krijgen dat hij verkeerd staat dan mag hij de starter om een herstart vragen, legt Otterspeer uit. “Dat mag één keer zonder dat je een valse start krijgt, maar dat was nu niet nodig. Ik stond niet slechter dan anders.”

Otterspeer had er flink de balen van. “Het is zo klote, want ik voel me zo goed. Toen het gebeurde dacht ik meteen aan het klassement en dacht: ik moet het afmaken. Ik wilde er een supergoede rit van maken voor zover dat nog kon.” Dat lukte opvallend goed. Met een ronde van 25,2 noteerde hij de snelste volle ronde van het deelnemersveld. Hij werd uiteindelijk dertiende in 35,60. “En dat met een ‘pupillenopening’.”

Vanzelfsprekend baalde Mulder nog meer. Hij kon zijn val op geen enkele manier goedmaken. “Ik had echt het gevoel dat dit een goede race zou zijn. Ik wilde zo graag. Ik wilde zo graag met Kato mee.”

“Het is voor het eerst dat het misgaat in een wedstrijd”, zegt Mulder. “Ik ga mezelf daarom ook geen probleem aanpraten, maar het is wel zonde dat het hier gebeurt. In Thialf. Ik zal over drie weken mijn revanche nemen in Azië”, besluit hij.

De coach van beslist.nl verbindt geen al te grote conclusies aan de startmisère van zijn beide rijders. “Er zijn negen man die daarvoor hun schaats daar in het ijs hebben gestampt. Dan weet je nooit hoe stabiel je staat. Als je, in training, tien tot vijftien 500 meters pakt dan zit daar altijd één tussen die zo uitpakt”, stelt Van Velde.