Vanuit de organiserende club was Kay Schipper stiekem wel blij mee met de frisse omstandigheden, want door de straffe wind waren de tijden op de kortste sprintafstand razendsnel. Even werd met een schuin oog naar de Nederlandse records gekeken, maar die bleven uiteindelijk zowel bij de junioren als bij de senioren buiten bereik.
Haar gebrekkige voorbereiding door de nasleep van haar rugblessure deed Narain weinig naar de klok kijken. Zij was al lang blij dat ze in Medemblik kon strijden voor een nieuwe titel. “Vorige week deed ik nog mee aan de flying lap in Oostende. Daarna voelde ik mijn rug wel weer en ik kon geen volledige trainingen doen.”
Als dat al niet onzekerheid genoeg betekende, was ze niet eens op de hoogte van het deelnemersveld. “Daar ben ik nooit zoveel mee bezig, want daar word ik alleen maar zenuwachtig van.” Waar ze half om half nog Dione Voskamp en Fleur Huls aan de start verwachtte, bleven die concurrenten weg en ging het zilver en brons dan ook naar Elanne de Vries en Elbrich Nicolay.
Nijenhuis had zijn zinnen wel gezet op een snelle tijd, maar moest ook erkennen dat het asfalt van Radboud Inline Skating niet het snelste was. “Dat maakt een heel groot verschil. Ik had graag onder de tien gereden, en dat had misschien ook gekund. In de halve finale heb ik voluit gereden en had ik een goede tijd met 10,06. In de finale had ik alleen een flinke slipper. Dan denk je wel: ik heb twee goede ritten gehad, ga het nu niet verpesten’. Gelukkig kon ik het nog herstellen en er overheen klappen.”
Was het dan net geen tijd onder de 10 seconden, Nijenhuis was wel blij met zijn vorm. “Na het EK heb ik hier goed naartoe kunnen werken. Qua fysiek heb ik dan ook een heerlijk seizoen gehad. Dan is het mooi dat het weer gelukt is, ook al was de concurrentie in andere jaren wat hoger, met een paar langebaanschaatsers en Jelmar Hempenius die er nu niet zijn.” Die concurrentie kwam nu van Teun Schouten en Cas van Deuren, die de plekken twee en drie opeisten.
De kortste sprintafstand kende ook bij de junioren een opmerkelijke uitslag. Sem van Beek uit Oudewater kroonde zich namelijk voor het vijfde jaar op rij de beste in zijn categorie. De boomlange specialist, door clubgenoten koning van de sprint genoemd, bleef er redelijk nuchter onder.
“Je kunt er wel op trainen, maar zo heel specifiek doe ik dat eigenlijk niet eens. Ik heb gewoon veel moeite met bochten, dus de 100 meter is gewoon mijn beste onderdeel. Dan is het best bijzonder als je vijf jaar op rij kampioen wordt. Als kadet ben je al blij met een medaille, maar nu leef je steeds meer naar zo’n toernooi toe.”
Volgend jaar mag hij zich bij de senioren opnieuw laten zien, wetende dat het dan nog een tikje sneller moet als hij aan de tijden van Schouten en Nijenhuis wil komen. “Sowieso weet ik nog niet hoe ik het ga doen. Ik ga fulltime werken en studeren: accountancy aan de Nyenrode Universiteit. Dus het wordt afwachten hoeveel ik nog kan doen en wat ik er voor over heb.”
Laat op de avond, het was intussen donker, zagen de achtergebleven toeschouwers de kleine pelotons een tweetal aantrekkelijke afvalkoersen. Bij de vrouwen ging er met acht ronden te gaan een streep door een dappere solo van Nerena van Vuuren. Thuisfavoriete Sofia Schilder kende tot haar eigen frustratie een moment van onoplettendheid bij de laatste afvalling en eindigde als vierde. Jet Fransen, die andere thuisfavoriete, pakte de Nederlandse titel. Nikki Noordergraaf en Amber van der Meijden eindigden als tweede en derde.
Bij de heren werd de koers gekleurd door Henk van der Gugten en Seth Verbeek, die tekenden voor de vroege vlucht. In het peloton viel het echter nooit echt stil en diverse tempoversnellingen deden de groep uiteenslaan. Teun de Wit bleek in de slotronde het meest over te hebben en snelde naar de zege. Kay Schipper en Tom Mulder grepen zilver en brons.