De 500m is de kortste afstand binnen het wedstrijdschaatsen. Er bestaan wel de zogenaamde ‘supersprint’-wedstrijden over 100 en 300 meter, maar de internatonale competitie begint bij 500m. Naast de 1000m wordt dit aangeduid met de term sprint. Maar hoe sprint is deze ‘sprint’ eigenlijk.

Als je het vergelijkt met andere sporten is de 500m schaatsen al behoorlijk ver. Deze duurt bij de wereldtop zo rond de 35 seconden. In andere sporten bestaan veel kortere disciplines. Om een paar voorbeelden te noemen:

De 400m binnen het atletiek komt qua tijd het dichtst in de buurt van de 500m schaatsen. Nu twijfel ik over Usain Bolt, maar normaal gesproken zullen de 100m lopers lang niet mee kunnen op de 400m. Daar is het een totaal andere afstand voor, met andere energiesystemen die het lichaam aan moet spreken.

De 100m schaatsen heeft enige tijd deel uitgemaakt van de wereldbeker maar werd toch vooral gezien als bijprogramma. Uiteindelijk zou dat qua tijd de echte sprintafstand binnen het schaatsen moeten zijn. Een maximale krachtsexplosie die rond de tien seconden duurt.

Nu ben ik niet zo van de veranderingen in de schaatssport zoals ploegenachtervolging en mass-start. Ook de 100m hoeft er van mij niet bij, maar soms... soms denk ik wel is: Hoe gaaf zou het zijn om net als in het atletiek acht banen naast elkaar te hebben van bijvoorbeeld 100m lang en dan met zijn allen tegen elkaar. Buiten dat dit een behoorlijke plaat ijs zal vereisen, lijkt me dat geweldig om te zien.

Aan de andere kant is de 500m ook behoorlijk kort. Want binnen het langlaufen is de laatste gouden SPRINT-medaille op de Olympische Winterspelen gegaan naar een Rus die er maar liefst 3 minuut en 36 seconden over deed. Nee... doe mij dan maar die explosie over 35 seconden.

Veel kijkplezier dit weekend!