De lach van Yvonne Spigt was een lach van vreugde, maar ook van verbazing. Natuurlijk, iedereen weet dat de kleine rijdster uit het Noord-Hollandse Wervershoof een specialiste is op natuurijs. Maar na twee seizoenen vol tegenslag kwam de wederopstanding op de Rietplas eigenlijk voor iedereen als een volslagen verrassing. Ook voor Spigt zelf. "Onvoorstelbaar. Ik had helemaal niet verwacht dat ik dit nu al zou kunnen", stamelde Spigt.

Iets meer dan vier jaar geleden drukte de nu 24-jarige Spigt voor het eerst haar neus tegen het venster. Het talentje, dat destijds een zakcentje bijverdiende achterop de vuilniswagen en in de ochtenduren bij de bakker, won op de Oostenrijkse Weissensee het alternatief voor dit NK, het Open Nederlands kampioenschap. Ook solo, ook al met zo’n indrukwekkende krachtinspanning. Maar nadien bleven de resultaten uit.

Ja, twee jaar geleden liet ze zich nog nadrukkelijk zien. Weer op de Weissensee, met een solo van bijna honderd kilometer. Om op de laatste paar honderd meter te worden gepasseerd door Daniëlle Lissenberg. Dat borrelde nog wel even op in de gedachten van Spigt terwijl ze bezig was aan de laatste kilometers op de Rietplas. "Ik was er echt bang voor dat er weer iemand me op het laatste moment zou passeren", bekende ze. "Maar dat is gelukkig niet gebeurd."

Overbodige angst, want Spigt was in die finale onbetwist de sterkste van allemaal. Na een wedstrijd die bol stond van de actie en de aanvallen was ze de enige die een antwoord in huis had op een aanval van Rixt Meijer. De rijdster van MK Basics, eerstejaars marathonschaatsster nota bene, leek de concurrentie af te troeven met een flinke versnelling. "Het viel stil, en ik dacht ’ik ga gewoon’. En ik had al snel zo’n groot gat met nog twee ronden te gaan dat ik alleen maar wilde doordenderen", vertelde Meijer.

Die marge was inderdaad flink, en Spigt was de enige die reageerde. De sterke Noord-Hollandse overbrugde het gat snel. Meijer: "Ik zag haar komen en was daar eigenlijk wel blij mee. Met z’n tweetjes zou het makkelijker worden om weg te blijven." Het liep anders. Op het moment dat Spigt aansloot, ging Meijer onderuit. "Geen idee wat er gebeurde. Voor ik het wist, lag ik op het ijs."

Spigt keek even om. Twijfelde. "Heel even schoot het door mijn hoofd of ik moest wachten op Meijer. Maar het is een NK, de streep was niet ver meer. Ik moest doorrijden. Wachten was gekkenwerk." Meijer zag het moment van aarzeling bij Spigt, maar had begrip voor haar besluit. "Het was mijn eigen fout. Daarna was ik alleen nog maar bezig met het veiligstellen van die tweede plaats."

Dat het NK eindigde in een tweestrijd tussen Spigt en Meijer, was opmerkelijk.  Daar werden immers rijdsters als Mariska Huisman, Carla Zielman en vooral Foske Tamar van der Wal verwacht. Maar Van der Wal, de veelvraat van dit seizoen, zag voor de tweede keer deze winter een nationale titel aan haar neus voorbijgaan. "Het was niet mijn wedstrijd", analyseerde ze. "In mijn eentje kan ik nu eenmaal niet alles controleren, en dat weet de rest ook. Jammer, maar het is niet anders."

Carla Zielman, op de Weissensee nog winnares van twee zware koersen, had het ook niet. "Het wilde voor geen meter", stelde Zielman nuchter vast. "Ik had absoluut geen goede benen, en ik denk dat het nog te maken had met de inspanning van vorige week in de alternatieve Elfstedentocht op de Weissenee. De derde plaats was voor mij echt het maximaal haalbare."

Maar niemand was dus opgewassen tegen Yvonne Spigt, de jongste telg uit een echt Noord-Hollandse schaatsgezin met drie oudere zussen die op het ijs ook goed uit de voeten konden. Op de Rietplas sloot Spigt een moeilijke periode af. Na haar lange solo op de Weissensee ging het de laatste twee jaar een stuk minder. "Ik ben vooral ziek geweest", vertelde ze.

"Een longontsteking, terwijl ook mijn astma een probleem vormde." Ze had misschien ook te veel van haar lijf gevergd, betaalde daarvoor de tol. Slechts heel langzaam kroop Spigt de voorbije maanden weer uit het dal. "Maar ook op de Weissensee ging het vorige week nog helemaal niet lekker. Juist daarom verwachtte ik hier helemaal niets van mezelf."

Ze keek even om zich heen, de ogen nog steeds vol verbazing. "En dan sta ik hier, met de roodwitblauwe trui aan en die gouden medaille om mijn nek. Ik kan het nog steeds niet geloven. Zou geweldig zijn als ik in de mooie koersen die deze week nog komen in dat kampioenspak kan rijden. Maar als dat niet lukt, maar het ook niets uit. Deze titel maakt echt alles goed."