Wim Boerdijk uit Dalfsen doet al 44 jaar met heel veel plezier vrijwilligerswerk. Tijdens de Essent ISU World Cup Finale in Heerenveen nam hij afscheid als internationaal ISU starter. Marrit Leenstra en Christine Nesbitt waren de laatste rijdsters voor wie Boerdijk het startschot loste. “Dat was natuurlijk wel een speciaal moment. Maar ik blijf nog altijd actief als vrijwilliger.”
Wim Boerdijk krijgt vanaf volgende week zelfs nog meer vrije tijd hiervoor, want dan stopt hij ook bij het schilder- en afbouwbedrijf waar hij jarenlang heeft gewerkt. “Dat klopt. Ik had met de Paus en de Koningin afgesproken om in het voorjaar van 2013 terug te treden,” grapt de vrijwilliger pur sang. Hoe hij die extra tijd op gaat vullen, is nog niet bekend. “Ik ben helemaal niet bang dat ik straks niks meer te doen heb. Ik zie wel wat er komt. Als het me leuk lijkt doe ik het en anders niet.”
Wanneer bent u met vrijwilligerswerk begonnen?
“Ik ben op mijn 16e begonnen als bestuurslid van de IJsclub Stokvisdennen. Ik hield van organiseren en ik mocht ook zelf altijd graag schaatsen. Ik liep veel bij de ijsclub vandaar dat ze me gevraagd hebben om in het bestuur te komen. Ik was toen schilder en ze hadden een nieuw clubgebouw dat nog geschilderd moest worden dus al met al kwam dat ook wel goed uit. Vervolgens zijn ze begonnen met schaatstrainingsgroepen en hadden ze een starter nodig en zodoende werd ik starter bij de club. Dat is nu ongeveer dertig jaar geleden.”
Vond u het gelijk leuk om starter te worden?
“Ik had mijn hele leven al wat met wapens en buksen. Ik weet niet of de voorzitter dat ook wist, maar hij vroeg mij starter te worden. In Dalfsen hadden we ook een groot starter als Willem Mulder, die al naar een paar Olympische Spelen was geweest, en bij hem heb ik stage gelopen. Dat ging fantastisch. Ik groeide door tot gewestelijk starter, landelijk starter, internationaal starter en ISU starter. Dat laatste heb ik de afgelopen drie jaar met veel plezier gedaan. Nu ik zestig jaar ben moet ik stoppen.”
U moet stoppen?
“Ja, als ISU starter moet je met zestig jaar stoppen. Ik had nog wel landelijk door mogen gaan, maar er zitten nog jonge jongens achter mij dus ik stop er liever helemaal mee. Ik ga weer terug naar mijn ‘roots’. Ik ben nog lid van de Deventer IJsclub en van Schaatsverenging Stokvisdennen, dus ik ben nog niet van mijn vrijwilligerswerk af.”
Wat vindt u het mooist aan starter zijn?
“Je hebt geen voor- en nawerk. Je gaat gewoon naar een wedstrijd toe. Je doet je ding en als je weer weggaat is de wedstrijd voor jou ook weer afgelopen. Je hoeft niks met lotingen of dat soort toestanden te doen, dat trok mij altijd wel. Verder is het vrij overzichtelijk; je kunt het of je kunt het niet. Het moet bij je passen.”
Hoe ervaart u de druk wanneer u in een vol stadion moet starten?
“Ik heb zo’n vol stadion altijd prachtig gevonden. Ik heb het nooit als een druk gezien. Je kunt ook met het publiek spelen. Als je bij zo’n start bezig bent en het is lawaaiig stuur je de rijders terug en ga je heel arrogant naar het publiek staan kijken, moet je zien hoe snel ze stil zijn. Dat is zo’n mooi spel. Prachtig. Dan moet je het even later wel goed doen, want anders maken ze je af. Als je daarna een grote fout maakt, ben je aan de beurt natuurlijk. Als starter moet je een bepaalde autoriteit uitstralen, ervoor zorgen dat er iemand staat.”
Heeft u wel eens een reactie vanuit het publiek gekregen dat men het niet eens was met uw beslissing?
“Ik weet nog dat ik Ben van den Burg er ooit eens uit geschoten heb in Deventer terwijl hij alleen reed. Dat kon het publiek niet begrijpen. Iemand die alleen rijdt en dan ook nog een valse start maken, daar snapten ze helemaal niets van. Met de pauze moest ik voor de tribune langs, in het oude stadion van Deventer, en ik heb van alles naar mijn oren gekregen. Dat is me wel bijgebleven. Die mensen snapten niets van de reglementen. ‘Als je alleen start, kun je toch niet vals,’ dachten ze. Zo was er wel meer onwetendheid.”
Had u de ambitie om ISU starter te worden?
“Nee, totaal niet. Ik wist ook helemaal niet hoe die hiërarchie in elkaar zat. Ik ben onderaan begonnen en op een gegeven moment groeide dat. Ik mocht landelijk schieten en ging nog meer op die grote jongens letten en dat ging ik imiteren. Zo creëerde ik mijn eigen stijl en op een gegeven moment vonden ze me zo goed dat ik werd voorgedragen bij de ISU. Maar in het begin had ik totaal die ambitie niet. Ik wilde af en toe leuk een wedstrijdje schieten, maar gaandeweg is dat gegroeid.”
Bent u van thuis uit vrijwilliger?
“Mijn ouders deden niet zoveel vrijwilligerswerk. Ikzelf wel, want na mijn bestuurswerk bij de ijsclub heb ik in Dalfsen de scouting opgericht. Ik was vroeger zelf bij de padvinderij geweest en ik heb ook geholpen bij de bouw van een clubgebouw. Daarna heb ik nog een paar jaar in het bestuur gezeten en toen heb ik me langzaam teruggetrokken. Vervolgens ben ik bij het Korps Nationale Reserve gekomen, weer met wapens, en daar heb ik 13 tot 14 jaar als militair in mijn vrije tijd gediend. Zo ging ik van het ene vrijwilligerswerk in het andere. Ik zat nooit zonder en nog niet.”
Wat was voor u de voldoening van het starten?
“Als ik een goede wedstrijd had gestart waar ik de rijders en de sport ter wille was geweest, deed me dat veel plezier.”
Wat betekent schaatsen voor u?
“Ik vind het een prachtsport met een hele mooie sfeer. Ik heb ook gevoetbald, op amateurgebied weliswaar, maar schaatsen is een kleinere sport waarbij iedereen elkaar kent. Ook die scheidsrechterswereld is een hele gezellige club en we hebben altijd veel plezier met elkaar gehad. Af en toe kwam ik op televisie en mensen uit het dorp zagen me dan en daar krijg ik ook reacties op. Dat vond ik wel heel erg leuk.”
Waarom zouden anderen ook eens vrijwilligerswerk moeten doen?
“In de eerste plaats vanwege de voldoening die het geeft. Ik kan echt mijn ei daarin kwijt. Met mensen omgaan is één van mooiste dingen die er is. Als een ander mede door mijn toedoen plezier heeft, heb ik daar automatisch ook lol in. Dat is mijn grootste drijfveer. Ik ben altijd een organisator geweest. Ik mag graag organiseren, al is het een feestje, een speurtocht of een dropping, ik vind het leuk om voor anderen bezig te zijn. Daarbij is humor voor mij heel erg belangrijk. Dat vind ik allemaal terug in het vrijwilligerswerk.”
Wat was uw mooiste toernooi als starter?
“Dat was in Seinäjoki in Finland in 2011 het WK junioren. Daar hadden ze een open baan en met min 24 was het natuurlijk hartstikke koud. Maar het was mijn mooiste toernooi van allemaal. Het was mijn eerste WK en ik heb daar zo genoten. Het was een beetje amateuristisch opgezet, want we moesten zelf onze 1000 meter plek uit de sneeuw graven. Maar iedereen was zo vriendelijk. Het was ook de eerste keer dat wij als starters de bloemen mochten uitreiken bij de prijsuitreiking. Ik vond dat eigenlijk wel heel leuk om te doen.”
Welke jonge schaatsers heeft u zien opgroeien tot toppers?
“Onder andere Erben Wennemars, maar eigenlijk al die jongens uit het Oosten. De jongetjes Mulder, Mark Tuitert, alle schaatsers die op Deventer zaten heb ik als klein kind gekend. Vervolgens ben ik ze blijven volgen en zien groeien. Ook dat geeft mij voldoening.”
Welke vrijwilliger(s) wilt u graag terugzien in de ‘Vrijwilliger van de Week’, en waarom? Laat het ons weten door een mail te sturen naar redactie@schaatsen.nl!