De races over de 1000 meter doen toch nog steeds denken aan de befaamde uitspraak die oud-voetballer Gary Lineker ooit deed over het internationale voetbal. ‘Voetbal is een simpel spel, 22 mannen rennen negentig minuten achter een bal aan en aan het einde winnen de Duitsers’. Buig dat om naar de schaatssport en vervang Duitsers door Jordan Stolz en je vangt de wedstrijden over een kilometer van de laatste twee seizoenen treffend samen.

Het goede nieuws is dat Jenning de Boo steeds dichter in de buurt van de Amerikaan komt. Stolz wint wel, maar is niet meer zo ongenaakbaar als hij eens was. Het onderscheid dit keer? Slechts elf honderdsten. En voor hetzelfde geld had De Boo wél de winst gepakt. Want daar zag het lange tijd naar uit. De Groninger klapte er vanaf de start vol in, pakte meteen winst op Stolz en had tot pakweg achthonderd meter uitzicht op de winst. Maar in de laatste bocht betaalde De Boo de tol voor zijn razendsnelle eerste zeshonderd meter. In die laatste bocht wankelde De Boo. Letterlijk. Hij kwam er doorheen, maar leverde wel snelheid in en zag Stolz in de laatste meters nog voorbij komen.

Niet scherp

Hij was, analyseerde Jenning de Boo nog nahijgend, niet scherp. ,,In die laatste bocht zag het echt zwart voor mijn ogen. Daar verloor ik hem ook.’’ De Boo wist hoe hij het moest doen. ,,Een enorm harde zeshonderd meter rijden en dan proberen in die laatste kruising in zijn reet te kruipen. Dat was de enige kans die ik zag en het plan ging goed tot ik over mijn eigen benen begon te struikelen. Toen was het klaar.’’ En dan, met vuur in de ogen: ,,Ik dacht echt ‘ik heb hem, ik héb hem’. Maar het mocht niet zo zijn.’’

Dat heeft misschien nog veel te maken met de manier waarop De Boo die 1000 meter nog moet aanvallen. Hij is, weet hij zelf ook, nog geen echte 1000-meterrijder. ,,Ik denk dat ik een 500-meter rijder ben die zo’n harde 600 meter kan rijden dat hij ook goed is op de 1000 meter. In de toekomst zal ik heus wel werken aan die slotronde, maar voor nu vind ik het wel even prima zo.’’

Niettemin zat de sprinter van Reggeborgh wel heel erg dcht bij zijn persoonlijk record. Dat scheelde slechts zeshonderdsten. ,,Daar ben ik echt blij mee. Ik denk ook dat ik hier op mijn best was, maar het moet dus nóg beter.’’

Verbeteren

Op zijn best was ook Joep Wennemars. Ook de wereldkampioen op de kilometer blijft zich dit seizoen verbeteren, en Calgary vormde geen uitzondering op die ontwikkeling. In de schaduw van de grootheden Stolz en De Boo bewijst Wennemars toch steeds weer dat die wereldtitel eind vorig seizoen in Hamar geen toevalstreffer was, dat hij geen ééndagsvlieg is. Al meerdere keren heeft hij te kennen gegeven dat er een last van zijn schouders is gevallen, en die last was natuurlijk de erfenis van de successen van vader Erben. Wennemars junior lijkt pas nu echt tot wasdom te komen.

Ook zijn race in Calgary was weer van hoog niveau. Met 1.06,44 zat Wennemars niet heel ver achter Stolz en De Boo, en zijn tijd betekende opnieuw een verbetering van zijn persoonlijk record.

Voor Tim Prins was er de zevende tijd in 1.07,18, de cijfers die zijn coach Gerard van Velde ooit naar de olympische titel voerden. Dat was net even langzamer dan de winnende rit eerder op de dag van Kjeld Nuis in de B-divisie: om precies te zijn vijf honderdsten. Nuis stelde daarmee in ieder geval weer promotie naar de hoogste divisie veilig, en dat is natuurlijk wel zo prettig als het volgende optreden in het eigen Thialf is.