Dat de aanvangsfase van de race wat atypisch verloopt, is misschien de schuld van de mass start-beginner Jordan Stolz. Jorrit Bergsma (39) schaatst op kop, niet al te hard, met alleen de Duitser Felix Maly achter zijn rug. Het peloton van 21 rijders volgt Stolz die al dan niet bewust een gat heeft laten vallen. Tja. Als de situatie zo blijft, ben ik weg, is de gedachte van Bergsma, die als ervaren krijger ongetwijfeld weet dat de koers volgens de regels niet zo op gang mag komen. De jury laat het gebeuren, en na de openingsronde demarreert het duo vooraan. Het blijkt niet de beslissende move; wel het startsignaal voor een prachtig gevecht dat Bergsma via een tweede offensief wint met zijn leeuwenhart.
Het is niet geoorloofd wat er zich heeft voorgedaan, zegt de olympisch kampioen van Beijing een half uur na de race, met venijn in de stem en een verhit hoofd. De Vlaming klinkt geïrriteerd. Hij legt uit: er is een startvolgorde waaraan de deelnemers zich moeten houden. Iedereen schiet echter direct naar voren, ongeacht of de groep uiteenscheurt. “Ontstaat er een gat in de eerste ronde, dan moet de wedstrijd worden afgefloten. Dat is niet gedaan, omdat de jury schrik heeft voor een vol Thialf. Belachelijk dat er op dat moment een aanval van Jorrit komt”, aldus Swings. “Het is een mooie race geworden”, geeft hij toe, “maar niet zoals het moet. Het heeft mij veel kracht gekost. Ik heb alle ronden in het rood gereden.”
Het brengt hem tot plek vier. Frustrerend, tegenvallend, ergerlijk, van alles wat. “Ja”, antwoordt Swings volmondig op de vraag of Bergsma met zijn tactiek – voor de tweede keer succesvol in deze wereldbekercyclus – straks in Milaan ook naar het goud kan buffelen. Volgens hem moeten de acteurs zich aanpassen aan de veranderende maniet van racen. “De tijden van lange afstanden worden sneller, en dat is in de mass start ook het geval. Er doen jongens mee die records kunnen rijden op de drie kilometer, of de vijf kilometer en op dit nummer heel hard werk kunnen leveren. Dat vergt aanpassing van het team en de wedstrijdstijl.”
Bergsma heeft zondagmiddag bewezen dat de veteraan van de scene met zijn tijd meebeweegt, maar ook dat zijn lichaam-op-leeftijd de arbeid goed vertreert. Indrukwekkend is zijn finale. Na te zijn ingerekend door het peloton valt het tempo stil. De kanshebbers lijken zich te verzoenen met de aanstaande eindspurt. Bergsma niet. Die hangt achterin, hopend op een vlug herstel van zijn vluchtpoging. Zijn stille schietgebedje wordt verhoord: er komt wat ruimte aan de buitenkant van de baan, en hij schiet opnieuw weg uit de groep. De benzine in zijn tank volstaat: na Salt Lake City grijpt hij op soortgelijke wijze de tweede overwinning. Het feest krijgt nog meer kleur dankzij de derde plaats voor Bart Hoolwerf. Goed voor hun individuele klassering in de World Cup, nog beter voor de uitzichten op deelname aan de Winterspelen.
Jorrit straalt. Hij geniet van het feit dat hij standhoudt tussen de besten, terwijl de top breder en breder wordt. Wat bovendien prettig is: zijn aanvalslust loont nog steeds in het moderne tijdperk. “Och, het kan in deze sport honderd verschillende kanten op. Het is niet zo simpel als met langebanen , waarop de beste tijdrijder in het algemeen wint. Wat het voor gevolgen heeft mijn positie, of in de matrix: daar ben ik niet mee bezig en daar wil ik me ook niet op concentreren. Dat doen de KNSB en mijn coaches maar lekker. Ik moet hard schaatsen.”
Met een vlammend eindschot verzekerde Marijke Groenewoud zich van de eerste plaats in de mass start voor de vrouwen. Ze voelde de sterke Mia Manganello in de slotfase naderen, maar wist ook dat de Amerikaanse eenmaal met d'r neus in de rijwind zou stilvallen. "Als ik vrijuit zou kunnen sprinten, zou ik mijn snelste ronde van de race kunnen schaatsen. Dat deed ik nu. Vorige keer liet ik me te veel opsluiten. Niet dat ik daardoor onzeker werd hoor. Ik was in orde, het kwam er alleen nog niet zo uit. De afgelopen week fietsen in Spanje met lekker weer was prettig. Ik kom er inmiddels acht jaar, twee keer per jaar", zei de Friezin.